26 oktober 2008

26 oktober 2008

Winterklaar

Een heiig zonnetje schijnt op deze zaterdagmiddag. Het is 27 oktober 1962. Ik loop over het tuinpad met mijn vader. De zomer is voorbij en het wordt winter. De tuin moet winterklaar gemaakt worden. Aan die klus gaat hij beginnen en ik mag helpen. Onze tuin, een lap grond met de breedte van het huis en een meter of veertig lang was tot enkele jaren geleden grotendeels groentetuin. Maar de groente is verdwenen. Een groot gazon met daaromheen borders met heesters, vaste en eenjarige planten kwamen daarvoor in de plaats. Enkele hoge berken zorgen voor schaduw. En deze tuin moet nu worden voorbereid op de winter. Alle eenjarigen verdwijnen in de vuilnisbak. Dahlia’s worden gerooid en verhuizen naar de kelder. Heesters worden flink onderhanden genomen. Ook de vaste planten en grassen worden rigoureus, zonder genade, tot aan de grond afgeknipt. De bladeren worden nauwkeurig bij elkaar geveegd – met een bezem, de bladblazer moet nog worden geboren – en afgevoerd, richting vuilnisbak. Het gras krijgt nog een laatste maaibeurt. Ook gaan er nog wat bloembollen, van uiteenlopend pluimage, de grond in. Als laatste worden de borders deels gespit, deels met een cultivator los gemaakt. Klaar. Moe maar voldaan kijken we naar het resultaat van ons werk. Een kale vlakte, maar de tuin ligt er weer netjes bij.


Anno 2008 is de visie op het winterklaar maken helemaal gewijzigd. De natuur speelt een belangrijke rol. We laten borders met rust tot in het voorjaar. Zodoende bieden we vogels en andere tuindieren een beschutte plek en allerhande voedsel; insecten, slakken en zaden. 

Diverse struiken dragen bessen en maken van je tuin een vogelparadijs. Het winterklaar maken doe ik zelf al jaren pas in het voorjaar. Wintersilhouetten, planten die in dode vorm, berijpt of besneeuwd, nog interessant zijn, maken je tuin in de winter nog meer dan de moeite waard om te bekijken. Bovendien, lekker makkelijk toch?

 Natuurlijk zijn er toch wel enkele dingen die gedaan moeten worden. Gesnoeid wordt er nauwelijks. Alleen struiken die over een pad groeien, of in de weg hangen worden wat bijgesnoeid. Het blad dat in de vijver valt moet worden verwijderd. Ook op het gazon en op wintergroene planten mag het ook niet te lang blijven liggen. Gooi ze in de andere borders en gebruik ze als bescherming voor vorstgevoelige planten. In het late voorjaar verhuizen de laatste bladresten, of wat er nog van over is, naar de composthoop. De gaten in het gazon kunnen nu worden opgevuld en kale plekken kunnen worden ingezaaid. Dit gebeurde vroeger in het voorjaar maar door de stijgende temperaturen kan dit tegenwoordig bijna het hele jaar door. Kanten snijden op 100o. Vaste planten kunnen worden opgenomen en gescheurd/verjongd. Een klusje dat elke vier jaar gedaan wordt. Ben je van plan een nieuwe boom te planten? Doe dat nu. Dit geld ook voor bladverliezende heesters, hagen en rozen. Zo laat mogelijk nog een keer onkruid wieden. Niet schoffelen of alleen los maken met een cultivator maar echt uittrekken. De grond absoluut niet spitten! Dit verstoort het bacterieleven in de bodem. Wat wel ook nog extra aandacht vraagt zijn de bomen. Geef ze eens een visuele inspectie. De laatste jaren neemt het aantal ziektes en aantastingen, mede door de opwarming van ons klimaat, erg toe. Neem indien nodig maatregelen. De bloedingsziekte bij de paardeklastanje, een vrij nieuwe ziekte, is helaas nog niet te genezen en heeft bijna altijd de dood tot gevolg. Omkappen dan maar? Of toch even wachten al was het alleen maar om te kijken hoe deze ziekte zich verder uitbreid in deze boom. Veel ziektes en aantastingen zijn gelukkig wel te behandelen als ze tijdig worden ontdekt.

Kortom, je hoeft niet met de armen over elkaar het voorjaar af te wachten. Er is altijd wel iets te doen.

Even terug naar 1962. Een kale vlakte, maar hij lag er weer ‘netjes’ bij. De hele winter keken we tegen een sombere tuin aan. Maar zo wilde men het toen. Er volgde een extreem koude winter, de koudste van de eeuw. Half november werd Nederland al geteisterd door sneeuwstormen. Drie maanden lang zou de temperatuur op de meeste plaatsen niet boven nul uitkomen. Het IJsselmeer bevroor. Over het ijs reed men van Enkhuizen naar Stavoren. De vorst drong door tot diep in de grond. Heel wat planten overleefden deze winter niet. Met alle subtropische planten die nu zo populair worden zou zo’n winter een enorme schade aanrichten. Welke methode van winterklaar maken we ook toepassen, 1962 of 2008.

VOORGAANDE                                                                            VOLGENDE