18 mei 2008 

18 mei 2008 

Slakkenoverlast?  

Na enkele weken ‘droogte’ heeft het de afgelopen dagen eindelijk weer eens wat geregend. De hele tuin ziet er gewassen uit. Het gras dat er al langzaam zomers droog begon uit te zien knapt zienderogen op. Maar niet alleen onze planten wachtten op de regen; vanuit toch nog vochtige plekjes maakten ook zij een vreugdedansje: de slakken! En dan met name de slakken zónder sleurhut, of eigenlijk meer sjouwhut: de naaktslakken. Ze stonden te popelen om eindelijk eens aan hun rooftocht te kunnen beginnen. Mijn Hosta’s, net geplante Nicotiana’s, Salpiglossis en andere sappige plantjes wachtten angstig op de schemering. The invasion of the plant-snatchers, yes or no? 

Het is weer droog. Ik heb zojuist mijn ronde door de tuin gemaakt. Alles staat er nog even fris en ongeschonden bij als gisteren. Er is duidelijk ‘no invasion’ geweest. En die is er eigenlijk de afgelopen jaren sowieso niet meer geweest. Wel wemelt het alweer weken van de huisjesslakken. Met tientallen tegelijk grazen ze de stammen van de lindes af op zoek naar algen en mossen. Maar van deze slakken hebben we, wat onze planten betreft, niet zoveel te vrezen. Ik heb er nog nooit een gezien die zich tegoed deed aan mijn Hosta’s. En blijkbaar zitten er voldoende vijanden van de naaktslak in mijn tuin want daarvan zie ik er geen een.

Even wat feitjes. Er zijn zo’n 80.000 soorten slakken. Maar ben niet bang, slechts een stuk of tien kun je in je tuin aantreffen. Slakken houden van een vochtige omgeving. Ze zijn tweeslachtig (hermafrodiet). Na de paring leggen beide slakken eitjes. Bijna alle slakken eten het liefst dode bladeren en planten. Pas als die niet meer voorhanden zijn gaan ze over naar levende planten. Dus laat wat bladeren en dergelijke tussen de tuinplanten liggen. De slakken verwerken dit weer tot compost wat weer prima is voor de tuinplanten. Sommige planten verspreiden een, voor slakken althans, onaangename geur. Knoflook en tomaat, Oost-Indische kers en diverse kruiden. Plant deze op vraatgevoelige plaatsen. Ook barrières van scherp zand, fijn grind, koffiedrab  en houtas, helpen. Slakken kruipen hier niet graag overheen. Natuurlijke vijanden zijn bij mij natuurlijk altijd welkom in de tuin. Egels, lijsters en merels, kikkers en padden zijn verzot op een maaltje escargots. Beperk ook het sproeien in je tuin, want zo maak je het de slakken in je tuin wel erg gemakkelijk. En nogmaals, zorg dat je tuin niet te ‘netjes’ is.

Als je toch tot bestrijding over moet gaan gebruik een ecologisch product. Escar-Go is zo’n middel dat volledig veilig is voor andere tuinbewoners en kinderen. Gebruik nooit de uiterst giftige slakkenkorrels! In tuincentra zijn ook aaltjes te krijgen die parasiteren op de slakken. Deze sterven hierdoor en als er geen slakken meer zijn sterven de aaltjes ook. Het bekende schaaltje met bier werkt ook prima. Met de hand wegvangen kan natuurlijk ook heel goed.

Kort samengevat. Zorg voor een goed ecosysteem en laat afstervende en afgestorven plantenresten liggen. Slakken geven hieraan de voorkeur. Je zult dan nauwelijks (over)last van slakken hebben. Zorg eventueel voor barrières om de ‘slakgevoelige’ planten.

Kruiden e.d. hebben een onprettige geur en ook deze houden slakken op een afstand. Mocht je toch iets willen gebruiken gebruik Escar-Go. Tot slot een belangrijke vuistregel. Van huisjesslakken hebben onze planten over het algemeen niets te vrezen. Uitzondering op deze regel is de Segrijnslak. Maar meestal zijn het toch de naaktslakken die zich het snelst laten verleiden tot een broodje Hosta……   En dan natuurlijk het liefst uit jouw tuin!

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE