3 april 2011

Houdbaar, als het maar ijs- en ijskoud is.

De lente komt. Het is weer tijd om van alles te zaaien. Ik haal een zakje siertabakzaad uit de vriezer en laat het even ontdooien. Ooit bestelde ik zaad van deze heerlijk geurende soort, de Nicotiana alata ‘Grandiflora’ en elk jaar oogstte ik wat zaad omdat het lang niet overal verkrijgbaar is. Als we een redelijke zomer hebben was dat verzamelen ook geen probleem en had ik, hoewel dit zeker niet de opzet was, genoeg zaad om alle bloembakken van de hele Heerlense Heerlerbaan te vullen. Maar dit bijeengaren ging niet altijd even gemakkelijk. Enkele jaren geleden, na een verregende zomer waren alle zaaddozen doorweekt en lukte me het nauwelijks om zaad te vergaren. Met het snufje dat ik had slaagde ik er maar net in om een luttele vier plantjes op te kweken. De zomer die volgde was goed, althans goed genoeg om weer een voorraadje op te bouwen. Ik maakte hiervan een groot aantal porties en vroor ze allemaal in. In de vrieskou is zaad namelijk tientallen jaren, zelfs vaak eeuwenlang houdbaar.

Veel plantensoorten worden bedreigd door de oprukkende mens. Met het steeds verder kappen van de regenwouden gaan veel soorten verloren. Hoeveel soorten er tot nog toe verdwenen zijn is niet precies te zeggen maar de schattingen zijn somber.  Rond het midden van deze eeuw zal naar schatting een kwart van de soorten verdwenen, of bijna verdwenen zijn. En dat is een kwalijke zaak, niet alleen voor de planten zelf maar ook voor ons mensen. Heel veel soorten zijn voor ons van groot belang als voedsel, maar ook als basis voor medicijnen, brandstoffen, bouwmaterialen en textielvezels. Wereldwijd wordt het belang van een grote soortendiversiteit ingezien en op honderden locaties zijn zadenbanken ingericht waar zo’n 2 miljoen soorten (6,5 miljoen monsters) worden bewaard. En dit wordt niet alleen gedaan om na het vallen van ‘de bom’ opnieuw te kunnen beginnen; veel plantenkwekers en onderzoekers doen nu al een beroep op dit ‘archief’.

In 2000 werd op initiatief van Kew Gardens, Engelands oudste botanische tuin, het Millennium Seed Bank Project gestart, waar vooral inheemse gewassen en economisch belangrijke soorten uit droge zones worden opgeslagen. Deze droge zones maken ongeveer een derde uit van het aardoppervlak en deze meest bedreigde ecosystemen liggen vaak in de armste gebieden. Het droog en ijskoud opslaan van deze zaden levert geen problemen op. Droog en koud is een voorwaarde voor de houdbaarheid. Moeilijker is het om zaden uit tropische gebieden te bewaren want die verdragen deze omstandigheden vaak juist niet. Er worden allerlei proeven gedaan om hiervoor een oplossing te vinden.

Het topstuk qua conservering is de bunker die gebouwd is bij Spitsbergen. Op 120 meter diepte is in de permafrost, de bodem die altijd bevroren blijft, een tunnel gegraven waar plaats is voor zo’n 4,5 miljoen zaadmonsters. Zelfs al zou de koeling uitvallen dan blijft de temperatuur onder nul. Dikke betonnen muren, vijf stalen deuren en het allernieuwste bewakingssysteem zorgen ervoor dat het zaad ook echt veilig ligt. De bunker ligt 130 meter boven de zeespiegel en zelfs als door de opwarming van de aarde beide poolkappen zouden smelten dan zal het water de bunker niet bereiken.

 

Afbeeldingen: internet.

Dit is allemaal heel mooi en zeer indrukwekkend maar zaden zijn op zichzelf ook al zo gebouwd dat ze vaak jaren meegaan. En dat moet natuurlijk ook. Vaak zijn de omstandigheden verre van ideaal waardoor zaad wacht en wacht tot op een gegeven moment het wél verantwoord is om te kiemen. De natuur is inventief. De Noord-Amerikaanse Pinus Banksiana bijvoorbeeld, houdt zijn zaden vast. Vaak jarenlang. Pas na het bereiken van een bepaalde ouderdom, of na een bosbrand laat hij ze vallen en is dit het begin van een nieuwe generatie pinussen. Kokosnoten drijven vaak jaren op zeeën en oceanen en verplaatsen zich zo naar andere gebieden om daar in een nieuwe wereld een nieuw leven te beginnen. Er zijn enkele opmerkelijke staaltjes van houdbaarheid, zonder koeling, bekend. Neem het ons allen bekende vingerhoedskruid. Kiemkracht nog aanwezig na 1000 tot 1500 jaar. Er werden zaden aangetroffen van de Indiase lotus in een uitgedroogd meer. Deze kiemden nog na 1250 jaar. Maar boven aan de lijst staat de dadelpalm. Dit zaad kiemt nog na 2000 jaar!

Het nicotianazaad is inmiddels ontdooid. De vraag is natuurlijk of het ingevroren nicotianazaad in mijn eigen ‘genenbank’ ook zo goed houdbaar blijkt te zijn als de zaadmonsters in Spitsbergen. Als dat zo is dan heb ik hiervan meer porties dan ik mijn hele leven nodig zal hebben. Raar idee. Vermengd met wat scherp zand zaai ik het in een bakje met zaai- en stekgrond en over enkele weken zal ik antwoord op deze vraag hebben. Tenminste, een voorlopig antwoord.

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE