27 maart 2011

27 maart 2011

My first orchid

Iedereen heeft wel een voorkeur voor bepaalde bloemen of planten. Is het de vorm niet die je aanstaat, dan is het misschien wel de kleur of de geur. Of andersom natuurlijk. Al is een lelie nog zo mooi, je moet wel van de doordringende zoete geur houden, of op zijn minst er tegen kunnen. Het is allemaal een kwestie van smaak. En als een plantje je dan bevalt, en dat is wederzijds, dan gaat hij vaak jaren mee. Mijn ‘oudjes’ zijn een aspidistra en een Bilbergia nutans, een bromeliasoort. Allebei ruim 35 jaar oud.
Planten waar ik in het verleden nooit zo van heb gehouden zijn orchideeën. Ik vond ze ‘te mooi’, te ‘gekunsteld’. Dit is natuurlijk niet zo. Misschien vond ik ze wel wat te statisch. Met een beetje geluk bloeit zo’n orchidee maanden en maanden aan een stuk. Het is wel een plant die door zijn vorm uitstekend tot zijn recht komt in een modern interieur. Zou dat de reden zijn voor zijn ongekende populariteit? Met name de Phalaenopsis in bijna alle kleuren en kleurcombinaties, is niet aan te slepen.

Afgelopen week ging ik naar een orchideeënlezing van Groei en Bloei. Het lukte de spreker, de voorzitter van Orchideeën Vereniging Zuid Limburg, om de bezoekers urenlang te boeien, en dat zonder moderne hitech visuele ondersteuning. Wel had hij natuurlijk talrijke live-voorbeelden bij zich. Prachtige exemplaren, heel gevarieerd in zowel bladvorm, bloemvorm en –kleur. Echt heel mooi. Een aantal stond al klaar voor de tombola aan het eind van de lezing.

Als je een orchidee wil houden moet je rekening houden met zijn natuurlijke habitat. De meeste orchideeën zijn epifyten en groeien met luchtwortels hoog in bomen. Er zijn er trouwens ook die gewoon op de grond met de wortels in de grond staan en sommige soorten groeien tussen rotsspleten in de bergen, de Lithofyten. Negentig procent van alle orchideeën komt uit de tropen en is gewend aan hoge luchtvochtigheid. In de vrije natuur groeien ze op verschillende plaatsen op of aan een boom. Ze krijgen moeilijk en onregelmatig water en hebben zich vaak hieraan aangepast door het vormen van dikke wortels en dikke bladeren die vocht kunnen vasthouden. Sommige hebben stengelknollen waarin ze water kunnen opslaan.

Als je bij de verzorging even hierbij stilstaat dan zou het houden van een orchidee moeten lukken. De meest verkochte orchidee is de Phalaenopsis. Dit is een epifyt. Potgrond is daarom niet het meest geschikte medium om hem in te planten. Stukjes boomschors (bark) is beter. Het is verkrijgbaar in verschillende doorsnedes. Boomschors houdt nauwelijks vocht vast maar de dikke wortels dienen als buffer. Deze wortels mogen nooit in het water staan. Haal hem daarom uit de sierpot en geef hem ruim lauw water, bij voorkeur regenwater. Laat het goed doorlopen en zet hem na een half uur terug in zijn sierpot. Twee weken later dompel je de pot driekwart onder in lauw water waaraan orchideeënmest is toegevoegd. Let goed op de hoeveelheid die per liter toegevoegd moet worden. Na een kwartier weer goed laten uitlekken en vervolgens terug naar zijn plaats. Twee weken later weer doorspoelen, en dit ritme (bemesten, doorspoelen, bemesten enz.) blijf je het hele jaar door toepassen. In de zomer, of als het langer warm blijft, mag er wat vaker worden ‘doorgespoeld’. De luchtvochtigheid kan worden bevorderd door de plant op een omgekeerd schaaltje in een schaal water te zetten. Maar nogmaals, let erop dat de wortels het water niet raken. Een orchidee houdt van veel licht, maar geen felle zon. De ochtendzon, tot een uur of tien, mag. Een vraag die ook wel eens gesteld wordt, is of de uitgebloeide stengels uit de plant geknipt mogen worden. Het beste is om dit niet te doen, hooguit  het stukje dat bruin geworden is. Bovendien gebeurt het vaker dat aan zo’n bloemstengel zich een nieuw plantje ontwikkelt. En dat is hartstikke leuk, toch? Wacht met het losknippen en oppotten tot het plantje enkele worteltjes heeft. Dit moet wél in potgrond gebeuren, een speciaal heel fijn orchideeënmengsel.

Roze, achtenzestig. Op dat lotnummer viel mijn prijs en ik kon nog kiezen. Ik koos niet voor een Phalaenopsis maar voor een Miltonia, een viooltjesorchidee. Zacht geurend en paars met een donker hart. Ik was meteen verkocht, wat een schoonheid. Hoewel ik bewust nooit een orchidee heb gekocht moet ik nu toch wel toegeven dat het heel mooie planten zijn. Ik heb ‘Millie’ voor het raam gezet met veel licht, bijna geen zon en een hoge luchtvochtigheid. Ik ben heel benieuwd of ze zich bij mij thuis gaat voelen en het naar haar zin gaat krijgen, Millie, my first orchid.

Dank aan René van Wersch, voor een zeer leerzame avond.

 

 
Een ongekende variatie in kleuren en vormen. Rechts beneden mijn ‘Millie’.

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE