21 maart 2010 

21 maart 2010

Kus me….

 

De eerste lentezonnestralen verwarmen mijn tuin. Overal springen kleurtjes uit de grond die het wit van de sneeuw en de sneeuwklokjes verdringen. De temperatuur stijgt al tot ver in de dubbele cijfers. Als je naar de vogels kijkt zie je dat ook zij lentekriebels krijgen. Onder de dakrand hoor ik een pimpeltje zijn best doen de vliegopening van zijn zojuist betrokken optrekje te vergroten. Een merel maakt een tussenlanding op de tafel omdat hij de pluk bouwmaterialen voor zijn nieuwe nest niet goed had ingeschat. Met minder dan de helft vliegt hij verder naar een plekje een paar tuinen verder.

 

Ook in de vijver zie je meer activiteit. Hoewel ik het water nog ijskoud vind lijken de vissen toch al sneller te zwemmen en te reageren op bewegingen die ik maak. Een zacht gekwaak, of eigenlijk mag dat die naam nog niet dragen, trekt mijn aandacht. Twee oogjes die boven de waterpest uitkomen houden alles scherp in de gaten. Een paar dagen geleden zag ik de eerste kikkers, een stelletje dat elkaar wel erg graag mocht. Een glibberige massa kikkerdril was twee dagen later het levende bewijs. Maar dat waren er maar twee. De twee oogjes boven het wateroppervlak zijn dit keer niet alleen. De hele winter leek er geen kikker thuis maar de lentezon heeft alle kwakkers uit de buurt wakker geschud, en opgeroepen mijn vijver te bezoeken. Het is een leven van belang; ze liggen heerlijk in de zon of schieten achter elkaar aan. Het gekwaak, of eigenlijk is het meer een soort gebrom, klinkt inmiddels uit verschillende hoeken van de vijver. Ik tel er in de gauwigheid maar liefst twaalf! Prachtige beestjes!

 

Wist je trouwens dat:

Als je de padden meetelt er maar liefst zo’n 4000 soorten zijn.

De kleinste maar 1,3 cm en de grootste maar liefst 30 cm groot is en meer dan 3 kilo zwaar is.

Kikkers niet drinken. Ze absorberen water.

Kikkers de glucose in hun lichaam gebruiken als antivries. Temperaturen tot 8 graden onder nul zijn geen probleem.

Tot 65% van het water in de kikker bevriest. Als je de kikker dan stoort, bijvoorbeeld door hem aan te raken, hij bevriest en sterft.

Een kikker ook kan braken. Hij braakt eerst zijn maag uit, gebruikt zijn voorpoten om de maag te legen, en slikt hem daarna weer in.

De botten van kikkers tijdens de winter een nieuwe ring vormen. Je kunt dus aan de jaarringen bepalen hoe oud de kikker is.

De leeftijd van een kikker kan variëren tussen de 4 en de 14 jaar.

Dat een kikker vele namen heeft zoals kwakker, kwakvors, kwakvros, paddenmoek, vros, kikmauw, kruts, puit, pudde en work

Dat sommige kikkers veranderen in een prins als je ze kust.

 

Dit laatste is natuurlijk nooit wetenschappelijk bewezen. Voor de dames misschien wel leuk om eens uit te proberen. Baat het niet, schaden doet het zeker ook niet. Alleen zul je dan natuurlijk enkele barrières moeten overwinnen. Op de eerste plaats zul je zo’n glibberbeest moeten vangen. Ze zijn razendsnel en duiken bij het geringste onraad onder, maar met een netje lukt het wel. Heb je hem eenmaal te pakken houd hem dan goed vast want als hij de kans krijg springt hij met behulp van zijn sterke achterpoten meters ver. Maar het laatste is misschien wel het moeilijkste. Als hij je met zijn grote pop-eyes aankijkt en……  vol verwachting wacht tot de betovering verbroken wordt. Kus me…

 

     

                                           Kus me….

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE