1 januari 2012

1 januari 2012

Oud en nieuw

We zijn weer begonnen aan een nieuw jaar, het oude is afgesloten. Ik weet niet hoe het met jullie is maar ik kreeg gisteren, zo’n laatste dag van het jaar, net zoals elk jaar, weer de kriebels om nog even van alles te doen. Ik wilde het nieuwe jaar met een schone lei beginnen. Omdat het af en toe toch nog even droog was heb ik nog wat snoeiafval opgeruimd, de laatste bladeren van de stoepen af de borders in geveegd. Lag vorig jaar nu alles onder een dik pak sneeuw en waren zulke klusjes niet te doen, gisteren was dit geen probleem.

Terug binnen besluit ik de verzamelde zaden die al maanden in kommetjes, schaaltjes, glaasjes , bekertjes enzovoort staan te drogen op de ladekast in mijn werkkamer, eindelijk eens op te ruimen. Van naam voorzien berg ik ze op in een houten kist. Eén uitzondering: de Nicotiana sylvestris. Hij krijgt speciale aandacht: hiervan gaan een aantal porties in de diepvries. Hij heeft een beetje feest want 31 december is de feestdag van de Heilige Sylvester die paus was van januari 314 tot aan zijn dood op oudejaarsdag van het jaar 335. Zou hij echt naar hem vernoemd zijn?

Gekheid natuurlijk. Voor zover ik weet is er nooit een plant naar een paus genoemd. Zijn bekendheid zal niet groot genoeg geweest zijn. Want als men bij de naamgeving van een nieuw plantenras aan je denkt dan zegt dit toch wel iets.  Dat dit inderdaad zo is zie je wel bij de cabaretier Herman Finkers. “Je bent pas werkelijk en wereldwijd beroemd, als men een fuchsia naar jou vernoemt” zingt hij in een van zijn vele liedjes.

In de opbouw van een Latijnse plantennaam zit een bepaalde systematiek. Deze is heel begrijpelijk. Even in het kort. Het eerste deel geeft een groep aan die op elkaar lijkt, het geslacht. Deze naam wordt met een hoofdletter geschreven. De Acer, esdoorn.  Het tweede deel geeft de soort aan. Uit dit deel is vaak een specifieke eigenschap van deze soort af te leiden. Hier wordt bijna altijd het latijn voor gebruikt. Dit deel wordt met een kleine letter geschreven. De Acer campestre. Met campestre wordt een specifieke soort aangegeven, in dit geval de veldesdoorn. Vaak zie je nog een derde deel , beginnend met een hoofdletter en tussen aanhalingstekens. Het betreft hier dan variëteit of ras. Acer campestre 'Red Shine', een veldesdoorn met rood tot groen-rood blad. Bij sommige plantenvariëteiten is de soort, de afkomst, niet helemaal duidelijk en ontbreekt deze (het tweede deel in de tenaamstelling) dan ook. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn de rozen en veel fuchsiarassen. (Bij Fuchsia magellanica ‘Versicolor’ is de herkomst wel duidelijk, terwijl dit bij de Fuchsia ‘Herman Finkers’ niet helder is: de soortnaam ontbreekt).

Ik begrijp dat menigeen dat hele Latijnse namengedoe maar niks vindt. Niks quercus of fagus. Een eik is een eik en een beuk een beuk. Al is het natuurlijk wel leuk om af en toe terloops, op een verjaardag of zo, eens een Latijnse naam te gebruiken. “Wat vinden jullie van mijn Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’”, klinkt toch leuker dan gewoon ‘rode beuk’. Nederlandse namen zijn vaak verwarrend en niet eensluidend. Met ‘sneeuwbal’ bijvoorbeeld worden verschillende plantensoorten bedoeld. Verder zijn er vaak veel verschillende namen voor hetzelfde plantje. Als je zegt “Ranunculus ficaria subsp. bulbilifer” dan is de normale Nederlandse naam speenkruid. Maar het heeft nog meer namen. Ooit gehoord van 'vijgwortel', 'haneklootjes', ‘muizeklootjes’, 'katteklootjes', ‘kleine gouwe’ en ‘vijgpuistkruid’? Zo zijn er nog heel wat voorbeelden van onduidelijkheid te noemen.

Net zoals de Nederlandse naam vaak een bepaald kenmerk aangeeft doet de wetenschappelijke naam dit ook. Een paar voorbeelden: arvensis betekent ‘akker’. De plant groei normaal in een akker, op het veld. Je vindt het terug in bijvoorbeeld Viola arvensis, het akkerviooltje en in Equisetum arvense, de akkerpaardestaart, ook wel heermoes genoemd. Repens en reptans betekent kruipend (Ajuga reptans – kruipend zenegroen). Staat sempervirens in de naam dan is de plant wintergroen. Campestre, van het veld. Asplenifolia: met het blad (folia) als van een varen (asplenium).
De ‘sylvestris’ in de Nicotiana sylvestris betekent niet ‘genoemd naar paus Sylvester’ maar gewoon: uit het bos, bos bewonend. Je weet dan meteen een beetje wat de favoriete standplaats van deze siertabak is.

Voor het donker was liep ik nog even door de tuin. Doordat het nog niet echt koud geweest is bloeien er nog enkele van de oude garde. Een nicotiana heeft nog enkele bloempjes en ook de viooltjes hebben nog geen last van de winter. Maar ook het voorjaar komt eraan. De sneeuwklokjes komen voorzichtig boven de grond en ook in de kerstrozen zie ik de eerste knoppen verschijnen. Maar het toppunt zijn toch de narcissen waarvan er al een paar bloeien.
Ook de tuin viert ‘oud en nieuw’.

        

Van oud …............................................................ naar nieuw

...als men een fuchsia naar jou vernoemt (Herman Finkers)

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE