15 oktober 2017

15 oktober 2017

Beervelde, een impressie

“Jij bent de eerste, proficiat!” Af en toe probeer ik mijn geluk met ‘telefoonspelletjes’. Dit was geen écht spelletje, meer een kwestie van snel reageren. Ger Houben (L1 radio - Limburgs Land) was drie weken geleden in zijn programma in gesprek met graaf Reinaud de Kerchove de Denterghem over de op handen zijnde tuindagen op zijn Landgoed Beervelde. Aan het einde van het gesprek mocht Ger vrijkaarten voor het tuinenfestijn weggeven. Hoewel er altijd wel fanatieke luisteraars snel bij zijn, was ook ik dit keer snel genoeg.

De tuindagen van Beervelde, op het grafelijk kasteeldomein, zijn een Europees begrip geworden. Het ligt in het hart van de Oost-Vlaamse bloemenstreek en trekt jaarlijks meer dan twintigduizend bezoekers. Exposanten bieden hun zaken aan die variëren van allerhande specialiteiten op plantengebied, antiek voor de tuin, ambachten, tot allerhande streekproducten. Dit alles in een geweldige natuurlijke ambiance. Je kunt het zo gek niet bedenken of je vindt het er wel bij de een of andere stand.


Het domein ‘Park van Beervelde’ werd in 1873 ontworpen. Voorbeelden waren de diverse Engelse parken die werden bedacht door Capabilty Brown*, dé Engelse landschapsarchitect die honderd jaar eerder alleen al in Engeland zo’n 170 tuinen en parken op zijn naam wist te zetten. Hij deinsde nergens voor terug, alles was mogelijk. Het was de kunst om op een relatief klein oppervlak alles bij elkaar te brengen dat in een ideaal natuurlijk landschap aanwezig zou moeten zijn: glooiende heuvels, waterpartijen, bruggetjes, folies.

Op het landgoed staan drie gebouwen. Waar het kasteel ooit stond, werd in 1947 de villa gebouwd. Het kasteel, dat toen trouwens pas 70 jaar oud was, was niet comfortabel genoeg. Het koetshuis, dat even oud als het kasteel was, bleef wel. Het is gebouwd in Tudorstijl en bestaat uit een aantal gebouwen rond een binnenplein. De grote deuren verraden de plek waar vroeger de koetsen stonden. Het is er nu een drukte van belang. Als derde zien we op een afstand het paviljoen. Een prachtige blikvanger achter een grote vijver.

In de noordoost hoek ligt een bebost stuk van het park, de woodland garden. Hier wordt intensief ‘getuinierd’. Door heel gericht bepaalde biotopen in stand te houden ziet men hier een enorme diversiteit van planten en dieren die je in de echte natuur niet zo snel bij elkaar zult zien. In dit deel van het park is in het vroege voorjaar een grote diversiteit aan stinsenplanten te zien.

Het Engelse landschapspark van Beervelde fungeerde destijds als etalage voor de in opkomst zijnde Gentse sierteelt. De familie de Kerchove de Denterghem is hierbij nog steeds nauw betrokken vandaar ook dat het park tweemaal per jaar, half mei en half oktober, deze tuindagen organiseert. Ik was er niet eerder geweest.

Vrijdag, zaterdag en zondag, wij hadden de keuze. Ik wilde de eerste dag naar dit tuinfeest gaan, maar de weersvoorspellingen voor die vrijdag waren in een woord, slecht. Zaterdag, voorspelling nog een graadje erger, rampzalig! Geen buien, maar regen, de hele dag. Zondag zou de beste dag zijn maar toen ik ’s morgens wakker werd kletterde de regen tegen het slaapkamerraam. Ik zag het hele verregende terrein in de regen al voor me. Dan, ondanks de vrijkaartjes, toch maar niet dit keer? Maar het werd droog. Buienradar zag er ook niet slecht uit en dus zijn we, veel later dan gepland, alsnog vertrokken.

Het parkeren is goed geregeld en gratis. Voor de zekerheid nemen we de parapluutjes toch maar mee. We hebben ze kort daarna nog even nodig.
Wat een geweldig landgoed! Het lijkt alsof er geen plekje is waar geen standhouder staat. Bijna tweehonderdvijftig, dat is natuurlijk een gigantisch aantal. Mijn blik valt al meteen op een gigantische amberboom, nog nooit zo groot gezien. Een beetje scheef gewaaid, prachtig verkleurend. Of deze er al vanaf 1873 staat? Iets verderop een moeraseik, diep rood gekleurd, die een mooie combinatie vormt met de bijzondere planten van Planterij Groenstraat 13. Al gauw wordt duidelijk dat we het niet gaan redden om alles in die vier uur uitgebreid te bekijken.

De tijd vliegt, sluitingstijd nadert. Al heel wat bezoekers lopen richting uitgang en er zijn maar weinigen die geen draagtasje met het een of andere plantje bij zich hebben. De plant die ik voor mijn dochter Tess zocht, de Rosa ‘Coral Dawn’, een klimroos, trof ik bij geen van de drie rozenkwekers aan. Toch heb ik niet het gevoel dat ik er voor niets naar toe gegaan ben, integendeel…. ga er ook zelf eens kijken

Beervelde, een aanrader voor elke plantenliefhebber.



Het oude kasteel (boven, midden en rechts). Toch wel jammer dat het in 1947 werd afgebroken (afbeeldingen: internet)

   

En een impressie van nu
   

   

   
* Een eerdere column over Capability Brown

 

VOORGAANDE                                                                                           VOLGENDE