14 februari 2010

14 februari 2010

 Sneeuwvrij

Hij had onrustig geslapen. Hij deed de binnenluiken open en keek naar buiten. In de verte lag de Leenhof waar de boer al weer druk aan de slag was. Ondanks dat het hartje winter was keek hij uit over een groen landschap. Groene weides, groene beboste omgeving, geen spoortje van sneeuw. Maar het was ook niet echt koud en al weken droog. Weer ging de droom van afgelopen nacht door zijn hoofd. Hij had er geen enkel verklaring voor. Ferdinanda, zijn vrouw, had hij het nog niet verteld omdat zij nog in een diepe slaap verzonken was. Allerhande gedachten gingen door zijn hoofd. Hij was net terug van een veldslag. Tijdens deze laatste veldslag had hij de hulp ingeroepen van Maria en hij had hem gewonnen. Hoe kon hij Haar bedanken. Maar allereerst verlangde hij naar een kerst, gezellig thuis met vrouw en  kinderen. Na zijn maandenlange afwezigheid hadden ze zijn thuiskomst gisteren goed gevierd. Misschien wel té goed.

Het was een vreemde droom. Hij droomde dat hij, ook midden in de winter, op jacht was. Zo ver je kon kijken waren bossen en heidevelden van hem. Hij werd overvallen door een enorme sneeuwstorm en door deze hevige sneeuwval kwam zijn paard maar met moeite vooruit. Twee hazen en een fazant vond hij eigenlijk maar een magere oogst maar toch besloot hij terug te rijden naar het slot. Hij verlangde naar het open vuur in de grote hal. Zijn jachthond rende al vooruit. De sneeuwstorm werd heviger. Toen hij vanaf de heuvel de verlichte ramen van zijn kasteel in het dal al kon zien viel hem iets vreemds op. Midden op een open plek in het bos sneeuwde het niet. Hij keek omhoog en zag blauwe lucht. Zoiets had hij nog nooit gezien. Hoewel er overal om hem heen een dik pak sneeuw lag was het middenstuk sneeuwvrij, fris groen. Hij schrok wakker. Wat moest hij hiermee. Hij kon de slaap niet meer vatten.

 

Hij deed de luiken weer dicht en besloot ter plekke te gaan kijken. De rit erheen was kort. Bij de heuvel aangekomen viel hem direct op dat de grond daar drijfnat was hoewel het al lang niet geregend had. En wonderbaarlijk genoeg bleek de plek, die in zijn droom sneeuwvrij gebleven was, kurkdroog te zijn! Dit kon geen toeval zijn. Hij beschouwde dit als een teken van zijn beschermster en besloot, precies op deze plek een kapelletje te laten bouwen, ter ere van Maria.

 

Hoewel van het slot van de graven van Schaesberg niet veel meer over is staat, na meer dan 375 jaar, het kapelletje er nog steeds. Het heeft een bewogen geschiedenis. Ruim honderd jaar na de bouw werd het gebruikt als geheime ontmoetingsplaats. De Bokkerijders, een beruchte roversbende, benutten het kapelletje, net zoals veel andere kapellen, als verzamelpunt voor hun heiligschennend inwijdingsritueel voor nieuwe leden. Men spuwde op een kruisbeeld, trapte op een beeld van Maria en wijdde zich toe aan de duivel. Met een afgehakte hand van een van hun eerdere slachtoffers, waarin een brandende kaars werd gekneld, werd deze ‘eed van de dode hand’ afgenomen.

 

Door de eeuwen heen is het echter ook altijd een bedevaartsoord voor gelovigen gebleven. Op 22 mei 1938 wijdde het Dekenaat Heerlen zich hier plechtig aan de Heilige Maagd Maria. Deze gelegenheid trok maar liefst 38.000 gelovigen, een aantal dat waarschijnlijk nooit meer gehaald zal worden. Mei is in de Katholieke Kerk de Mariamaand. In het Leenderkapelletje wordt dan nog dagelijks een mis aan haar opgedragen.

 

 

 

   

 

     

 

 

In 1995 werd het kapelletje gerestaureerd waardoor het weer voor vele generaties behouden is. Ben je ooit in de buurt, loop dan de heuvel eens op en zie welk stukje destijds sneeuwvrij bleef en waar graaf Johan Frederik van Schaesberg deze kapel liet bouwen.

 

 

Afb. Johan Frederik van Schaesberg en foto 22 mei 1938: internet.

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE