9 mei 2010

Een heerlijk plantje.

Er zijn planten die je, als je ze een keer ziet, nooit meer vergeet. Of, in dit geval, een keer ruikt. Enkele jaren geleden, tijdens een bomenwandeling in de buurt van Cadier en Keer, verraadde de sterke uienlucht, nog voor ik het zag, het zeldzame plantje. Toen ik door de bosrand en het struikgewas dieper het bos in ging zag ik ze voor het eerst, een aanzienlijk veld witte bloemen, een geweldig gezicht. Geen plekje grond was nog zichtbaar. Het groenwitte tapijt bedekte een enorme oppervlakte. De Allium ursinum. ‘Bladen meer dan 3 cm breed, veel op die van lelietjes-van-dalen lijkend. Bloemen groot, zuiver wit: stengel driekant. In bossen, vooral aan de duinkant en in Zuid Limburg. Zeldzaam’ zo omschreven E. Heimans en Jac. P. Thijsse het plantje begin vorige eeuw. Zeldzaam is hij nog steeds en daarom beschermd. Het is verboden het plantje te plukken of uit te graven, al is dat moeilijk te begrijpen als je deze enorme hoeveelheden ziet. Allium ursinum. Zou je dit letterlijk vertalen dan wordt het berenui. De Engelsen, Duitsers en de Fransen vertalen het ook zo: bear’s garlic, Bären-Lauch en ail des ours. Dit komt door het oude bijgeloof dat beren na hun winterslaap zich te goed zouden doen aan deze plant. In Nederland wordt hij slechts heel sporadisch berenlook genoemd. Misschien omdat er in Nederland al lang geen beren meer voorkomen? De bruine beer kwam in ons land tot de elfde eeuw voor. De meer gangbare naam bij ons is Daslook. Men zegt dat dassen vroeger onder deze planten hun hol hadden. 

 

De eerste omschrijving van de plant vinden we al ruim vierhonderd jaar geleden. De Vlaamse botanicus Dodonaeus vermeldde hem in zijn Cruydenboeck in 1608. De bladeren zijn eetbaar en worden in salades en soepen gebruikt. In Duitsland groeit de populariteit en worden de blaadjes verwerkt tot pesto en marinades en ook in het bekende Bärlauchbrot. De plant mag niet gebloeid hebben maar dat geldt natuurlijk voor heel veel groenten en kruiden. Ze hebben een bieslookachtige smaak. Bij het kapot wrijven ruiken de bladeren naar knoflook hetgeen je terug vindt in de Engelse en de Franse naam. Als je van plan bent om het eens te proberen doe dan eerst deze geurtest want de bladeren lijken veel op die van het lelietje-van-dalen maar die zijn zeer giftig. Ik kreeg enkele jaren geleden enkele plantjes van Ineke Greve. Het kostte haar veel moeite om het in haar bostuin binnen de perken te houden. Doordat de zaden voorzien zijn van een ‘mierenbroodje’, een zoet aanhangsel, zijn mieren er verzot op en nemen de zaden mee naar hun hol. De zaden ontkiemen zodoende uiteindelijk, na een koudeperiode, her en der door de tuin. Wanneer de bloemen uitgebloeid zijn en het zaad verspreid, sterven de bovengrondse delen af. Bij dit afsterven versterkt de uiengeur. In de zomer is er niets meer van te zien. Net zoals bij diverse andere planten zit het er, als het blad aan de bomen begint te komen en het donker wordt in het bos, weer op en trekken ze zich terug. Missie volbracht.

 

Maar ik geniet er nog even van. Het handjevol plantjes dat ik uitplantte is inmiddels uitgegroeid tot anderhalve vierkante meter bodembedekkend, naar uien geurend, glanzend groen met daarboven een ontelbaar aantal bloemen. Letterlijk en figuurlijk, een heerlijk plantje!

 

     

 

Linker foto: internet

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE