2 januari 2011

2 januari 2011

Wie is er níet groot mee geworden

Mijn aandacht wordt getrokken door een klein fladderend vogeltje tegen de spiegel in het prieel, achter in de tuin. Aanvankelijk denk ik dat het beestje niet weet hoe het eruit moet komen en dat hij denkt dat de spiegel een raam is. Als ik beter kijk zie ik dat het een roodborstje is, die zijn ‘rivaal’ probeert weg te jagen. Het zijn heel felle territoriumvogels die geen enkele mannelijke soortgenoot in hun gebied dulden. Ook geen meisjes trouwens hoor, althans buiten het broedseizoen. Hij verspilt hiermee onnodig veel energie die hij met deze kou beter kan gebruiken om warm te blijven. De volgende dag draai ik de spiegel om, maar het duurt nog anderhalve dag voor hij niet meer terug komt en ook echt gelooft dat hij de indringer heeft verjaagd.

 

Winter. Voor veel dieren een moeilijke tijd. Vinden veel grotere dieren misschien nog wel te eten, voor vogels is dit bijna onmogelijk. Alle voedsel ligt verstopt onder een dikke witte deken. Een aantal vogels vliegt verder naar het zuiden in de hoop daar wel wat te eten te vinden. Vele sneuvelen onderweg door de trekker van het geweer van een zuiderbuur. Andere zijn geen ‘trekkers’ en blijven hier. Elke ochtend wordt de voerplank weer van sneeuw ontdaan en gevuld met allerhande vogelvoeders, voor ieder wat wils. Na de feestdagen zitten er ook nog zelfgebakken notenbrood en kerststol bij. Zo hebben ze ook nog een beetje kerstmis. Sinds kort staat er ook pindakaas op de menukaart. En daar zijn ze echt dol op.

 

Je kunt ze het op verschillende manieren geven. Een decoratieve wijze om ze dat aan te bieden is het maken van een ‘zaadkegel’. Verzamel, het liefst grote, dennenappels en laat ze eerst goed drogen bij de verwarming. Ze gaan dan helemaal openstaan. Smeer ze met een mes vol met de pindakaas en rol ze vervolgens door een mengsel van onkruidzaad en vogelvoer waardoor het een soort ‘vetbol’ wordt. Maak er van tevoren een stuk binddraad of ijzerdraad aan waardoor je ze gemakkelijk apart of in een bosje in een boom op kunt hangen. Je kunt er natuurlijk ook een lange ketting of, in combinatie met ander voer, een decoratieve taart van maken. Het is maar net wat je wilt. Het ziet er allemaal leuk uit en de vogels vinden het heerlijk.

In pindakaas zit zout, zul je misschien zeggen. Dat klopt, maar de hoeveelheid is minimaal. Het weegt niet op tegen het feit dat pindakaas heel calorierijk is en een hoge voedingswaarde heeft en dat kunnen vogels, en zeker ‘mijn’ roodborstje, in deze koude periode goed gebruiken.

 

Ik heb het mezelf gemakkelijk gemaakt. Een pot pindakaas, met stukjes pinda, gekocht bij de supermarkt om de hoek. Van wat oud hout maakte ik een pindakaaspothouder waarin de pot liggend geplaatst wordt. Een ruim plankje aan de voorkant zorgt ervoor dat vogels goed kunnen landen en zich veilig voelen als ze eten. Met twee bouten schroefde ik het vast aan de stam van een dakplataan en natuurlijk goed in het zicht. Het duurde een paar dagen maar nu ze het in de gaten hebben……

 

Het wordt langzaam licht. De sneeuw die enkele dagen geleden gevallen is wil nog niet echt smelten. Van de drie katten is Oscar de enige die nog wel even naar buiten wil. Hij springt van ‘voetstap naar voetstap’. Dat was een paar dagen geleden wel anders toen de sneeuw nog zo hoog lag dat hij er nauwelijks overheen kon kijken. Hij sprong toen ook, maar verdween telkens bijna onder het sneeuwdek. Na een bezoek aan het ‘huuske’ komt hij snel weer naar binnen. De eerste vogeltjes zijn al wakker. In het voederhuisje op het tafeltje in het prieel staat een schaal met wat vogelvoer, en het roodborstje, die hier de weg inmiddels goed kent, is al begonnen aan zijn ontbijt. Een paar vinken landen op het dikke pak sneeuw waarvan de bovenlaag een beetje verijsd is waardoor ze niet wegzakken. Een van de twee vliegt uiteindelijk naar de voederplank en doet zich te goed aan enkele zaden die er nog van gisteren liggen. De pindakaas blijft onberoerd. Ongemerkt is het roodborstje wel naar het potje gevlogen en neemt enkele happen en vliegt dan weer verder. Mist hij de boterham erbij? Een dikke houtduif probeert ook een hapje maar komt er eigenlijk niet goed bij. Ook de koolmees en pimpelmees vinden hun weg naar de lekkernij maar de rust wordt verstoord als uiteindelijk een grote groep spreeuwen in de bomen neerstrijkt. Ik tel er maar liefst twaalf. De eerste maakt een duikvlucht en zit met zijn kop diep in de pot voor de anderen het in de gaten hebben. Maar zijn vriendjes zijn het er niet mee eens en al ruziënd maakt de een plaats voor de ander. Dit gaat zo nog een tijdje door tot uiteindelijk het hele clubje weer doorvliegt.

 

Als ik even later nieuw voer op de plank strooi controleer ik de pot. In ruim een week tijd is de bodem al in zicht. Pindakaas. Nee, zij zijn er niet groot mee geworden, maar ze lijken wel achteraf deze gemiste kans in te willen halen.    

     

  

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE