17 november 2013

17 november 2013


Wilt u er een tasje bij?

Hoewel ik er in principe op de zondag niet kom moest ik er vorige week toch even heen, naar de supermarkt bij ons aan het pleintje. Het zachte voer voor de kat was op en je wilt niet weten hoe Oscar je blijft belagen als hij dit ’s avonds niet krijgt. Voor mij aan de kassa stond een mevrouw die ook wat boodschappen had gedaan, een dingetje of zeven, acht. Toen ze om een draagtasje vroeg en de kassière haar vertelde dat ze die op dat moment niet had was ze op zijn zachts gezegd ‘not amused’. “Ik moet mijn boodschappen toch thuis krijgen”, mompelde ze terwijl ze de boodschappen in twee of drie plastic zakjes propte die eigenlijk bestemd waren voor een pondje boontjes of spruitjes. “Bereidt u maar voor, want de kans is groot dat deze draagtasjes straks helemaal gaan verdwijnen”, vertelde haar voorganger haar. “Europese regels mevrouw”.

Plastic is oud. Al zo’n 150 jaar geleden werden de eerste plastics ontwikkeld. In 1860 werd de eerste echte plastic ontwikkeld, dat bij ons bekend is onder de naam celluloid. Dankzij deze uitvinding kon de fotografie overstappen van glasplaten naar fotorolletjes (1889, George Eastman, Kodak), waardoor de fotografie voor iedereen bereikbaar werd. Rond 1920 ontdekten scheikundigen hoe je plastic kunt maken van aardolie. De ontwikkeling heeft daarna niet stilgestaan. Plastics en andere kunststoffen zijn sindsdien niet meer weg te denken uit onze samenleving. Van kozijnen, speelgoed, tuinschermen, rioolpijpen tot en met het eerder genoemde draagtasje.
Er zijn veel soorten plastic. Het heeft veel voordelen. Het is goedkoop, het is licht in gewicht in vergelijking met andere materialen. Het rot en roest niet en het is gemakkelijk schoon te maken. Maar het heeft één groot nadeel naast het feit dat sommige plastics schadelijke stoffen bevatten en afscheiden. Het verteert niet, het wordt niet afgebroken door de natuur en dat is dan ook het grote probleem bij het flinterdunne tasje voor eenmalig gebruik. Je krijgt nog steeds bij bijna alle zaken er een gratis tasje bij, ook als je er niet om hebt gevraagd.

Er is onderzoek naar gedaan. De gemiddelde Europeaan gebruikt 175 tasjes per jaar. De Denen en de Finnen staan onderaan de lijst en gebruiken er slechts vier terwijl de inwoners van landen als Portugal, Polen, Slowakije en Slovenië er 466 per jaar gebruiken. De Nederlander gedraagt zich netjes met ‘slechts’ 71 tasjes. In de EU worden jaarlijks 100 miljard tasjes verspreid waarvan er uiteindelijk 8 miljard in het milieu terecht komen. Bijna alle Noordzeevogels(94%) hebben plastic in hun maag. Naar schatting komt er jaarlijks zo’n 4,7 miljoen ton plastic in de zee terecht. Dat is omgerekend maar liefst 12.000 ton per dag! Geschat kost dit 100.000 zeezoogdieren en 2 miljoen zeevogels het leven. Onder invloed van oceaanstromingen verzamelen de wegwerptasjes, de wegwerpaanstekers, jerrycans, plastic flessen en ga zo maar door zich op enkele plaatsen in de oceanen. Dit gebied heeft inmiddels de grootte van twee maal de Verenigde Staten. Onder invloed van licht wordt het langzaam afgebroken waarbij allerhande giftige stoffen vrijkomen. Uiteindelijk blijven er snippers over van soms nog geen millimeter groot. Veel zeedieren en –vogels eten deze microplastics en zo komt het in de voedselketen terecht. Deze plastic soep, zoals hij genoemd wordt, vormt een ware bedreiging. Zelfs in de meest afgelegen gebieden vinden we deze microscopisch kleine plasticdeeltjes.
 
Een paar feiten:
- We produceren 250 miljoen ton plastic per jaar waarvan de helft voor eenmalig gebruik.
- Alleen al in de VS worden er per dag 60 miljoen plastic flessen weg gegooid.
- Om plastic te produceren wordt 8% van de wereldwijde olievoorraad gebruikt waarvan de helft gebruikt wordt om de energie op te wekken om die plastic te maken.
- Wereldwijd worden er jaarlijks ongeveer 1 triljard plastic tasjes gebruikt, omgerekend één miljoen per minuut.

Duizelingwekkende getallen allemaal. Het gebruik van het dunne plastic tasje moet daarom worden terug gedrongen, vindt  Janez Potočnik, Europees Commissaris van Milieu. Het gebruik moet tot 20% van het huidige gebruik worden terug gebracht. De landen mogen zelf kiezen hoe ze dit gaan doen. Een verbod, zoals dat al in Italië is, een heffing of andere maatregelen, als het gebruik maar minder wordt. De klant voor zijn tasje laten betalen schijnt te helpen: zowel in Finland als Denemarken is het gebruik daardoor al flink terug gelopen tot de eerder genoemde vier tasjes per jaar. Mochten de inspanningen van de lidstaten onvoldoende blijken dan zal Brussel zelf de koers gaan bepalen.

Voor de mevrouw vóór me aan de kassa zal het even wennen zijn. Hoewel ikzelf al heel vaak iets meeneem voor mijn boodschappen zal ik dat in de toekomst nog consequenter gaan doen.

En jij, wat doe jij, als ze je morgen vragen: “Wilt u er een tasje bij?” 

De beelden spreken voor zich (foto's van diverse internetsites)
   
   

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE