16 augustus 2009 

16 augustus 2009

Tijd voor verandering

 

Zonnige zondagmiddag, Place de la Comporte. In de schaduw van de judasboom is het, mede dank zij het heerlijke windje, goed uit te houden. Een oud R4tje, waarvan je er hier nog veel ziet, schakelt terug om het laatste en steilste stukje van de Avenue du Champ des Horts ook nog te halen. Op de voet gevolgd door een van de jongere, en grotere, telgen uit de familie Renault. Ramen dicht, dus ‘une voiture climatisée’. Ook Nederlanders. Twee kinderen op de achterbank, vastgesnoerd, ieder met zijn eigen beeldschermpje. Wat een verschil met ons, toen wij met onze twee dochters in ons eendje naar de Dordogne reden. Met spelletjes en kleurboeken op de achterbank om de lange reis door te komen. En dat tussen allerhande bagage die niet in de kofferbak paste. Alweer zo’n vijftien jaar geleden.

 

Op het bankje tegenover ons zijn twee oudere mannen en een vrouw komen zitten, druk keuvelend over allerhande zaken. Vaak moeilijk te verstaan maar deze zuidelijke tongval geeft wel het echte vakantiegevoel. Na een week zijn we afgezakt tot Olargues, de zoveelste ‘ville médiévale’ met de zoveelste kerk uit twaalfhonderdzoveel. Het klinkt misschien alsof ik immuun wordt voor al dit ouds maar dat is zeker niet zo. De steile straatjes van deze ‘ville perchée’ zijn al eeuwenlang nagenoeg onveranderd. De ruimte op zo’n rots, binnen de stadsmuren was beperkt. Vandaar dat de staatjes smal zijn en de huizen hoog, en er dus weinig ruimte voor groen was. Maar dat was destijds onbelangrijk. Ongewenste gasten werden buiten de stadsmuren gehouden. Geen groen, maar ook geen onverwacht bezoek van een man met een zwaard die niet aanklopte om een kopje suiker te lenen of kwam collecteren voor de hartstichting maar meestal veel minder vriendelijke bedoelingen had. De straatjes worden nu op allerhande manieren met planten opgefleurd. Als tuinieren op de grond niet kan, dan maar de hoogte in. Diverse klimmers overwoekeren hele gevels en hangen over muren en pergola’s. Het paars van de bougainville en het oranje en geel van de trompetbloem onderbreken het groen van klimop, wilde wingerd en wijnstok. Voor en aan menig geveltje vind je een meli-melo aan potten en potplanten. En dat terwijl planten hier in Frankrijk een veelvoud kosten van de Nederlandse.

 

Om de Franse sfeer wat beter te proeven doen we deze Tour de France helemaal binnendoor. Weer in een 2CV, dakje bijna altijd open. Geen autosnelweg maar alleen route nationale, départementale en nog kleiner, slingerend door de prachtigste gebieden en dorpjes die vaak uitgestorven lijken te zijn. Als je voorbij een plaatsnaambord rijdt laat je je snelheid weer terugzakken naar vijftig, wat honderd meter verder nog eens wordt gerappelleerd. Voor de zoveelste keer rijden we weer door een Ville Fleurie, een bloemenstad. Ik hoorde later dat dit een soort wedstrijd is waarbij de ene plaats nog mooier probeert te zijn dan de andere. Deze plaatsjes worden nog eens extra gepimpt met bloemen en planten. Geweldige borders en bakken op muurtjes, aan hekken, langs stoepen en terrassen. Tientallen potten aan tientallen lantarenpalen langs lange lanen, allemaal debordant de fleurs. En dit allemaal zoveel anders dan in Nederland, waar grote vlakken met felle kleuren vaak sleur en een gebrek aan fantasie ten toon spreiden. Een grote variatie aan planten, zowel qua grootte als kleur, schijnbaar casual maar wel heel subtiel gecombineerd maken de Franse borders en bloembakken blijvend boeiend. In Nederland lijkt heel af en toe iets hiervan door te druppelen maar dit is toch echt nog maar heel sporadisch. Tijd om onze Europese grenzen ook hiervoor open te stellen. Hoogste tijd voor verandering!

 

Nederlandse borders, grote vlakken, felle kleuren

 

 

 

Franse borders, subtiele kleurencombinaties, variabele hoogtes

 

 

 

     

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE