9 september 2012

Monumentaal Groen

Het thema van vandaag, monumentendag 2012, is ‘Monumentaal Groen’ of ‘Groen van Toen’. Meestal krijgen op zo’n dag bepaalde gebouwen extra aandacht maar dit jaar wordt er stil gestaan bij groen uit het verleden. Vaak is dit het groen dat deze stenen monumenten van andere jaren omringt. Buitenplaatsen worden bijna altijd omgeven door prachtige parken en villa’s door geweldige tuinen, allemaal aangelegd in een ver verleden en ook nog vaak nagenoeg ongeschonden. Als je ooit langs de Vecht gefietst hebt weet je wat ik bedoel. Ook kerkhoven zijn vaak juweeltjes waar het niet alleen na de dood aangenaam toeven is. Een topper is zeker het oude kerkhof in Heerlen, aan de Akerstraat. De gemeente Heerlen schenkt hieraan dit jaar tijdens het Open Monumentenweekend vreemd genoeg geen aandacht, maar zet al zijn troeven in op het Aambos, een oud hellingbos in de buurt van het centrum.

De oudste tuinen waren kloostertuinen die als groentetuinen in gebruik waren. Ze veranderden langzaam in siertuinen waarvan de symmetrisch aangelegde tuin met vakken, buxusheggetjes, een mooi voorbeeld was. Toen de Engelse landschapstuin in zwang kwam werden veel van deze ‘Franse’ tuinen aangepast. Een mooi voorbeeld hiervan was de tuin van paleis het Loo die omgevormd werd tot landschapstuin. Enkele jaren geleden werd deze tuin weer naar het originele ontwerp hersteld. Het is nu een prachtig voorbeeld van zo’n Franse tuin.

Een soortgelijk herstel vond ook plaats met een tuin niet ver van het centrum van Heerlen. Bij kasteel Terworm legde graaf Vincent van der Heyden-Belderbusch, de toenmalige bewoner, eind achttiende eeuw een Franse tuin aan. Na tweehonderd jaar was er van deze tuin niets meer te zien. Twee ingangszuilen gaven alleen nog toegang tot een wei waarin af en toe wat vee graasde. Ook werd dit veldje gebruikt als opstijgplaats voor heteluchtballonnen. Het kasteel zelf raakte eind vorige eeuw ook zwaar in verval. Mijnschade, het instorten van mijngangen van de Oranje Nassau 1 onder het kasteel, was hier voor een groot deel schuld aan. Het kasteel kreeg een enorme opknapbeurt. Bij deze restauratie herrees ook de tuin als een feniks uit zijn as. Dankzij opgravingen en diepgaand onderzoek is men erin geslaagd de rococotuin, inclusief de oranjerie, natuurgetrouw te reconstrueren.

Het moet destijds een waar paradijs geweest zijn. Een oase van rust, gelegen te midden van veel groen. Vanuit het kasteel liep graaf Vincent over de brug, rechtstreeks deze lusthof in. Hij zal er ook zeker tuinfeesten gegeven hebben. Konden we maar even terug in de tijd…….. Maar de tuin was nog groter. Aan de oostkant lag een stuk dat als park was ingericht.

Afgelopen week, een mooie ochtend in september 2012. Ik loop door het groen van toen en waan me twee eeuwen terug. Op een bankje bij de fontein zit een vrouw versteend te genieten van de zon. Boven het linker torentje torent een gigantische metasequoia hoog boven het kasteel uit. Deze tuin is niet het enige groen dat de stempel Groen van Toen verdient. Binnen een straal van een kilometer rondom het kasteel vinden we diverse  oudgedienden waartoe deze metasequoia eigenlijk helemaal niet gerekend mag worden.

  

De oudste en bekendste is natuurlijk de plataan van Terworm. Wie kent hem niet? Tegen het einde van de tweede wereldoorlog waren de Amerikanen gelegerd in de nabijheid van de plataan. Twee weken lang werden ze door een Duits jachtvliegtuig bestookt die de boom als oriëntatiepunt gebruikte. De kogelregen die hij daarbij over zich heen kreeg heeft hij wonderwel overleefd. Over zijn leeftijd hoor je diverse schattingen maar omdat hij hol is, is dit moeilijk te achterhalen. Tweehonderdvijftig jaar misschien? Met een stamomtrek van ruim vijf meter is het in ieder geval een flinke boom.

  

Op nog geen honderd meter, kort bij de Eikendermolen vinden we een gigantische tamme kastanje. Hij is in zijn laatste levensfase, maar dat is hij al zolang ik me kan herinneren. De geschatte leeftijd, 350 jaar.

  

Tegen de slotgracht, in de bocht van de weg vinden we nummer drie: een Japanse notenboom (Ginkgo biloba). Met een stamomtrek van 2,8 meter een fors exemplaar. Het is een mannelijke boom. De oudste Europese boom staat in de Hortus in Utrecht en werd er in 1730 geplant. In 1945 werd op Hiroshima de eerste atoombom gegooid.  Vier ginkgo’s die binnen een straal van 1 km stonden van het inslagpunt overleefden! In Japan wordt hij daarom de boom van de hoop genoemd.

 

Nummer vier, de eerder genoemde watercipres (Metasequoia glyptostroboides). Dit is nog een ‘jonge’ boom. Hij staat op het terrein van het kasteel en ik kan niet dicht bij hem komen. In het begin van de vorige eeuw dacht men dat de metasequoia uitgestorven was. Men wist alleen van zijn bestaan door de fossiele afdrukken die in de steenkool gevonden werden. In 1941 trof men in een Chinese kloostertuin nog enkele exemplaren aan. Enkele jaren later begon zijn herintrede in de wereld. De metasequoia is een van de weinige coniferen die bladverliezend zijn, net zoals de lariks en de moerascipres.

   

Als laatste ga ik op zoek naar een paardenkastanje. Deze zou moeten staan in het stukje bos dat vroeger ook deel uit maakte van de tuin. Pas nadat ik een tweede keer om het bosje loop zie ik hem staan. Het is een flinke boom die zich mooi heeft vertakt en breed uitgroeit. Waarschijnlijk heeft hij in zijn jeugd vrij gestaan waardoor hij zich zo heeft ontwikkeld. Omtrek 4,4 meter. Het wow-effect is enorm maar als ik daarna de foto zie valt het toch tegen. Daarom nog even een fotootje ‘samen’. Als dat geen monumentaal groen is….

  

Een storm in januari 2017 werd de kastanje fataal. Dit is alles wat er over bleef. (Foto toegevoegd maart 2017)

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE