8 juni 2008

8 juni 2008

Katten in de tuin

We hebben allemaal dieren in onze tuin. Gewild dan wel ongewild. Leuke dieren, vervelende dieren. Schadelijke dieren en nuttige dieren. Slakken, luis, spint en andere sappige-plant-vretende monsters. En egels, vogels enzovoort die ons hiervan weer verlossen. En als alles goed in evenwicht is zullen we van het een en ander niet veel merken.

Een andere categorie zijn de dieren die we zelf houden. Dieren die zich goed hebben aangepast aan de mens. Gedomesticeerd zoals dat sjiek heet. Alle soorten vee, huisdieren en noem maar op, met uitzondering van de Felis domestica, ofwel de huiskat. Bij de kat is het juist andersom; de mens heeft zich goed aangepast aan de kat.

Al sinds jaar en dag lopen bij mij katten door huis en tuin. Al deze katten hebben altijd gedaan waar ze net op dat moment zin in hadden.. Wil hij naar buiten? Dan maak ik de deur voor hem open. Datzelfde doe ik als hij twee minuten later weer naar binnen wil. En even later weer naar buiten? OK dan. Maar als ze ’s avonds na een vermoeiende dag van slapen, slapen en nog eens slapen écht naar buiten moeten zijn ze niet vooruit te branden. En als ze het op tijd in de gaten hebben duiken ze in een hoek of onder een stoel. Na vijf minuten geef ik het dan maar op. Weer gelukt! Lekker warm binnen vannacht. Heerlijke beesten!

Maar voor menig tuinliefhebber zijn katten een bron van ergernis. Als er ergens een open stukje grond is, liefst nét los geharkt en als het even kan nét beplant met nieuwe eenjarigen, dan zal poes laten zien dat hij ook kan tuinieren. Er wordt bemest, gesproeid, geharkt, water gegeven, kortom alles wat nodig is. Alleen valt het resultaat van deze ijver niet altijd in goede aarde. En dat is heel begrijpelijk. Afgelopen week vroeg me weer iemand of ik geen oplossing wist voor dit probleem. Natuurlijk ben ik hier zelf al jaren mee bezig, want ook ik vind het erg als ik door de vlijt van Oscar van mijn net geplante Vlijtige Liesjes een dag later bijna niets meer terug vind.

Mijn advies. Leg een sprinklerinstallatie met bewegingssensoren aan om de hele tuin. Probleem opgelost. Dit is natuurlijk een grap, hoewel ik dit één keer echt ben tegengekomen. Katten houden niet van water dus met een gevulde gieter bereik je hetzelfde. Als je hem betrapt tenminste.

Zorg ook dat de bodem zoveel mogelijk begroeid is. Waar planten staan wordt minder gegraven. Maak ook de grond niet telkens los. Dit is de kat op het spek binden. Een poes kan geen ‘nee’ zeggen tegen zo’n heerlijk los geharkt bloembed. Als hij op een bepaalde plek wél mag ‘tuinieren’ zorg dan dat de grond daar regelmatig wordt los gemaakt.

Heb je nieuwe planten gezet, en de grond is los, leg hier dan dunne berkentwijgen over- en omheen. Poezen voelen niet graag iets aan hun pootjes en ze zullen dit bedje dan ook met rust laten. Maar sommige kunnen de verleiding, ondanks de takjes, toch niet weerstaan. Dan is zwaarder geschut vereist. Satéprikkers! Verspreid tussen de planten, met de punt omhoog natuurlijk.

Een kat die daar ‘schijt’ aan heeft ben ik nog niet tegengekomen. En als het hem toch een keer lukt om, ondanks dit mijnenveld, alles om te ploegen, en hij kijkt me achteraf met van die eigenwijze oogjes aan, dan denk ik: “Waar maak ik me eigenlijk ook zo druk om”. 

In het kort even iets over onze katten. Geen kat is hetzelfde. Ook die van ons niet. Dobbe, alias ‘Prins’, is de baas. Hij houdt ervan om de andere twee dit duidelijk te maken. Komt er een andere kat in de tuin dan zorgt hij ervoor dat deze zo snel mogelijk weg gejaagd wordt. Van de andere kant is hij bang voor elk vreemd geluid dat hij buiten hoort en stuift dan naar binnen. Wiske, ‘Velvet’, is zijn zus. Wiske moet niet veel hebben van de andere twee. Als ze te dicht bij haar in de buurt komen zal ze duidelijk laten merken dat ze daar niet van gediend is. Ze is wel de actiefste. Terwijl Dobbe en Oscar binnen liggen te slapen vangt zij nog wel eens een muisje. Haar zoon, Oscar, is een hoofdstuk apart. Toen hij een week of drie was bleek al heel duidelijk dat er iets met hem aan de hand was. Daarom mocht hij, ondanks dat dat eigenlijk niet de bedoeling was, toch blijven. Hij had een bepaalde blik in zijn ogen. Volgens mij is hij de reïncarnatie van iemand. Hij is een beetje nerveus en heel gevoelig; als je hem hard toespreekt is het mis en zie je hem een tijd niet. Hij is wel de intelligentste, met de hoogste IQ van ze alledrie.

En ze blijven telkens weer verbazen.

 VOORGAANDE                                                                                         VOLGENDE