7 december 2008

Het Maretakexperiment

 

De regen komt gestaag naar beneden als ik instap op het nieuwe station Heerlen- De Kissel. De meer dan overvolle trein brengt me in twee minuten naar Heerlen Centraal. Ja, dit kunnen we sinds kort zeggen nu Heerlen maar liefst twee stations heeft. Ik stap over richting Utrecht. Tess, mijn oudste dochter is voor de derde keer in ruim een jaar tijd verhuisd en er moet nog wat geklust worden. De trein vertrekt weer en rijdt verder door het grauwe landschap. Paarden staan bewegingsloos in de blubber en hopen op beter weer. Op mijn mp3-speler kleurt Jaques Brel de beelden nog extra in. ´Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken, op dak en torenspits van hemelhoge kerken, die in dit vlakke land de enige bergen zijn, dan huilt mijn land, mijn vlakke land´. Enorme velden boerenkool, spruiten en prei flitsen voorbij. December. Zijn er andere groenten die meer ´december´ zijn?. Hoe dichter we bij Sittard komen, des te minder glooit het landschap. De bewolking lijkt te breken en ik zie zelfs stukjes blauw. Alles ziet er al wat vriendelijker uit. Met ´Vesoul´ past ook Brel zich aan. In de bomen hangen enorme bollen maretak. Mistletoe, onlosmakelijk verbonden met de naderende kerst. Na Sittard zien we die niet meer.

 

De Viscum album, zoals hij officieel heet, is een halfparasiet. Van zijn gastheer krijgt hij water. Het is een groene plant dus voor de rest zorgt hij zelf. Maretak groeit niet overal. Niet op elke boom en ook niet op elke grondsoort. In Nederland vind je hem alleen op de kalkrijke bodem in Zuid-Limburg. Favoriete gastbomen zijn populier, linde, appel, berk, meidoorn. In principe kan hij op bijna elke boomsoort groeien maar in eiken wordt hij maar zelden aangetroffen.. Lang geleden werd aan zo´n takje in een eik allerhande magische en geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven. Door een druïde werd met een gouden snoeimes maretak uit een eik gesneden. Dit moest ´s nachts en met volle maan gebeuren. Het werd opgevangen op een groot wit kleed. Als het per ongeluk op de grond viel was het niet meer te gebruiken. Dan was de magie eraf. Maar dit verhaal speelt zich echt heel lang geleden af.

Mij heeft maretak altijd gefascineerd. ´s Winters, wandelend langs de Weltervijver, zie je tientallen bollen. Geweldig zoals ze bezit nemen van de enorme kruinen van de populieren. Magisch bijna, als uit een andere wereld. Alleen jammer dat ze meestal zo ontzettend hoog hangen, en dat je dit niet van dichtbij kunt bekijken. Dit wilde ik op een eigen boom op 2 meter hoogte in plaats van 20 meter. Vorig jaar vond ik na een flinke storm een enorme bol maretak met een doorsnede van wel anderhalve meter. Dit leverde honderden bessen op. Normaal worden de bessen door vogels gegeten die de pitten uiteindelijk weer uitpoepen. Een deel hiervan blijft samen met het ´starterspakket´ aan een tak plakken. Andere bessen die aan de snavel blijven kleven - want het is echt een enorme plakboel -  worden afgeveegd aan een tak. En dan begint het leven van een maretakplantje. In het begin zeer moeizaam. Het eerste jaar is het voor honderd procent op zichzelf aangewezen.  Er liggen veel gevaren op de loer. In een koude winter verdwijnt menig zaadje in een vogelbekje. En als het de winter overleeft volgt de zomer. Inmiddels is er uit het zaadje een groen sprietje gegroeid dat ombuigt naar de stam en zich door de bast heenboort. Dit is de duiker. Soms komen er uit een bes twee of drie duikers. Het duurt tot het najaar voordat de duiker het spinthout heeft bereikt en van zijn gastheer gebruik kan gaan maken. Maar tot die tijd moet hij het zonder hulp stellen. Er worden hoge eisen gesteld aan het microklimaat. Verdroging is het grootste gevaar. Staat de gastboom aan het water, waardoor de lucht altijd net iets vochtiger is, of tijdens een slechte zomer met veel regen, dan is de overlevingskans al wat groter. Als de duiker het spinthout bereikt neemt hij water op van de gastboom. Vervolgens komt hij los van de boom en is de kans groot dat hij uit zal groeien tot een grote groene bol. Maar dit duurt lang want maretak groeit maar heel langzaam. Pas in het volgend voorjaar verschijnen de eerste twee blaadjes.

Ook al ben ik geen vogel, toch smeerde ik wat bessen uit. Eind februari. Je duwt ze kapot tegen de tak en smeert het kleverige goedje, samen met het zaadje uit over die tak. Liefst aan de onderkant. Als bescherming tegen hongerige meesjes draaide ik om de tak wat volièregaas. Enkele maanden later zag ik al diverse duikers. Op dagen dat het niet regende bevochtigde ik het ´zaaigoed´ met een plantenspuit. Aan het eind van de zomer zag ik diverse bessen ´los´ komen van de boom. Vanaf dat moment namen ze water op van de gastboom en staat in principe niets meer in de weg voor een lang en gelukkig leven. Ik ben heel benieuwd naar de eerste blaadjes in het voorjaar maar ik zal toch nog enkele maanden moeten wachten. Helaas.

 

De trein rijdt binnen op Utrecht Centraal. De zon schijnt en de lucht is inmiddels grotendeels onbewolkt. In de aankomsthal staat Tess al te wachten. Ik ben benieuwd wat er nog allemaal geboord, geschroefd, gelijmd, gespijkerd, gemaakt en in elkaar gezet moet worden. Maar, ik weet zeker, dat dit ook een heel gezellige dag wordt.

      

                                  1                                            2                                            3

    

                                  4                                            5 

  1. Na enkele dagen is de ‘lijm’ gedroogd en zitten de bessen vast op de tak.
  2. Enkele maanden later verschijnt er een dun groen sprietje, de duiker
  3. Bes met twee duikers, die zich inmiddels door de bast heen hebben geboord.
  4. Het spinthout is bereikt. Het plantje komt los van de boom en is niet meer afhankelijk van zijn omringend microklimaat.
  5. Na vele jaren wachten…..

 

Het vervolg. Een jaar later, 9 december 2009 

Ik was ze, eerlijk gezegd, helemaal vergeten, mijn besjes. Maar een nadere inspectie was positief. Een aantal miniscule maretakplantjes in een van de lindes en een appelboompje. Geweldig! Het maretakexperiment is geslaagd!

 

      

 

 

Update 10 juli 2010 

     

 

Een half jaar later. Zeker het plantje in het appelboompje (rechter foto’s) is flink gegroeid. Resultaat van slechts één bes!

 

Update 2 december 2011

 

     

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE