6 september 2009

Opkronen

 

Verjongen, snoeien, uitdunnen, doorsnoeien, kandelaberen, knotten, kappen, allemaal werkzaamheden in het groen. Allemaal activiteiten die de mens heeft bedacht om de plantenwereld de baas te blijven. Dat is natuurlijk hard nodig want alles dat we planten groeit. Het een wat harder dan het ander maar, het groeit. Je koopt op de zaterdagmarkt dat leuke boompje. Voor in de voortuin. Maar je hebt je van tevoren niet verdiept in het wel en wee van deze aanwinst en voor je het in de gaten hebt wordt het steeds donkerder in de woonkamer. Op donkere dagen gaat het licht binnen al bijna niet meer uit. Maar goed dat je al jaren geleden spaarlampen hebt gekocht. Ten einde raad wordt uiteindelijk een ‘mannetje’ ingeschakeld die hem wel even terug zal snoeien, of beter gezegd, tenminste als je het eindresultaat achteraf ziet, mores zal leren. Enkele uren later staat er namelijk alleen nog maar een zielig scharminkel dat zich afvraagt wat hij de mens heeft misdaan. En het duurt nog jaren voordat hij de verwondingen te boven is en er weer een beetje als boom uitziet. Misschien was executie (lees: kappen) wel genadiger geweest.

 

Veel bomen hebben in hun jeugd geen ‘hulp’ nodig. Ze groeien zoals ze dat geleerd hebben, in een eeuwenlange evolutie. Staan ze in een open ruimte dan groeien ze breeduit; staan ze met meerdere bij elkaar dan gaan ze omhoog. Wie het eerst boven is heeft gewonnen. Miljoenen jaren gaat dat al zo, zonder enige mensenhulp. Mochten er takken zijn die overbodig geworden zijn dan sterven die gewoon vanzelf af. Zo, ongesnoeid dus ongeschonden, heeft elke boom zijn eigen verschijningsvorm. De smalle zuilvorm van de Italiaanse populier, de breed uitgroeiende walnoot en dan natuurlijk de kandelaarvormige paardekastanje, alledrie zo karakteristiek dat ze zelfs in de winter voor de leek heel goed herkenbaar zijn. Tot de ongeschonden status vervalt en eraan gezaagd wordt. Er wordt van alles geamputeerd omdat het zogenaamd moet en niet omdat de boom het zo graag wil. Die heeft er, geloof mij maar, echt niet om gevraagd. Waarom niet meteen een boom uitgekozen die wat kleiner blijft en waarbij al dit werk overbodig is?

 

Iets wat tegenwoordig erg populair is is het ‘opkronen’. De onderste takken van de kroon worden verwijderd zodat de boom zich meer in de hoogte ontwikkelt. Er zijn vaste normen voor. Langs wegen worden bomen opgekroond tot 6 meter om het vrachtverkeer niet te hinderen. Bij voet- en fietspaden tot 4 meter en in gazons is dat 2,5 meter, vanwege de hoogte van de grasmaaier. Jammer, want in een park zijn laaghangende takken voor kinderen juist zo heerlijk om in te klimmen en te klauteren.

 

Het streven is dat dit opkronen in een zo jong mogelijk stadium begint zodat de wonden zo klein mogelijk blijven en de boom zich toch zo ‘normaal’ mogelijk ontwikkelt. Toch gebeurt het vaak pas als bomen al veel groter zijn. Het zijn dan dikke takken, halve bomen soms, die afgezaagd worden, met als eindresultaat een te kleine kroon op een te dikke stam. Een vreemd gezicht. Een nog vreemder gezicht is het als bomen die meerstammig breed uitgroeien worden opgekroond. Kijk je normaal naar een keurig ‘aangeklede’ boom, na een opkroonbeurt zie je het hele binnenwerk, het takkengestel, dat je normaal alleen ziet als je eronder gaat staan. Het is alsof de boom haar rokken optilt. En met welk doel is dit dan gedaan? Bij bomen die langs een straat staan kan ik me hier nog iets bij voorstellen, maar veel slachtoffers vind je terug in parken, wandelgebieden, plaatsen waar van zijn leven nog nooit een vrachtwagen geweest is en ook nooit komen zal. Is het misschien om de hoveniersbedrijven aan het werk te houden? Wie weet. Soms krijg ik dat gevoel wel. Misschien, en dat hoop ik van harte, dat deze trend, net zoals veel andere trends, ook wel weer verdwijnt, zodat een nieuwe generatie bomen ongeschonden kan opgroeien en oud worden. Zonder opkronen!

 

       

Links en midden: Niet ‘opgekroond’. De natuurlijke vorm komt prachtig tot zijn recht. (Links: Eik, Houthem. Midden: Magnolia grandiflora, Beaulieu. Deze boom is in een grijs verleden wél geknot)

Rechts: … alsof ze haar rokken optilt. (Esdoorn, Heerlen)

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE