6 juni 2010

Capabilities, mogelijkheden.

 

Het is alweer zo’n 35 jaar geleden dat ik mijn eerste bandrecorder kocht, of eigenlijk een ‘tapedeck’. Duizend gulden destijds, een fiks bedrag. Maar dan had je wel wat: onverslijtbare koppen met levenslange garantie, twee snelheden, drie motoren die zorgden voor een gelijkmatige loop en bovendien autoreverse. Aan het eind van de band speelde de band automatisch terug. In tegenstelling tot de elpee, die je na 20 minuten moest omdraaien speelde mijn Akai eindeloos door. Heen en weer, heen en weer om de woorden van Drs. P maar even te gebruiken. Met zijn 15 kilo was het destijds het neusje van de zalm. Dat enkele decennia later de MP3speler met zijn 100 gram, honderden uren muziek in zijn intern geheugen kan opslaan en in hoogwaardige kwaliteit afspelen, was destijds onvoorstelbaar.

Van een zwager nam ik toen een plaat op van de groep Capability Brown. Dit bleek achteraf niet mijn muziek en de elpee werd gewist. Maar de naam, die ik heel apart vond, werd niet gewist, althans niet uit mijn geheugen. Pas jaren later hoorde ik dat die groep zich had vernoemd naar misschien wel de bekendste Engelse landschapsarchitect.

 

In 1715 werd hij geboren, Lancelot Brown, als vijfde kind in het gezin Brown maar naar alle waarschijnlijkheid een onwettige zoon van Sir William Loraine van Kirkharle Hall. Dat zijn biologische vader hem niet helemaal vergat blijkt uit het feit dat hij hem in dienst nam als tuinman toen hij 16 was. Een kleine tien jaar later trok hij, met goede getuigschriften van Loraine op zak, zuidwaarts. Deze zorgden ervoor dat hij hoofdtuinman werd bij Lord Cobham op Stowe. Hij werkte daar samen met William Kent, de grondlegger van de Engelse landschapstuin. Deze tuinen waren een reactie op de strakke symmetrische Franse tuinen. Eerder geïntroduceerd door koning Karel II waren de Engelsen deze tuinen eigenlijk meer dan beu. Ze ontwikkelden hun eigen ‘Engelse’ stijl, een natuurlijke of landschapstuin. Kent bedacht en Brown zorgde voor de uitvoering. Vrienden van zijn werkgever vroegen hem steeds vaker om advies en naast zijn werk als head gardener ontwierp hij voor hun steeds meer tuinen. De ontwerper was geboren.

Lord Cobham, zijn werkgever, overleed in 1749. Twee jaar later vestigde Brown zich als zelfstandig landschapsarchitect in Hammersmith. Hij ontwierp zo’n 170 tuinen en het is moeilijker een huis te vinden zonder ‘Browntuin’, dan een met.

Je herkent een tuin van Brown aan de losse vloeiende lijnen. Het woonhuis is omgeven door groene weiden waarin koeien en schapen grazen. De weiden lopen naar beneden en komen in het dal uit bij grillig gevormde meren. Vaak werd het geheel nog eens omzoomd met een bomengordel met hier en daar een opening die een doorkijk gaf op het erachter liggend landschap. Brown wilde het Engels landschap nog mooier maken dan het al was. Wel doordacht werden boompartijen, met weloverwogen bladkleurcombinaties, aangeplant. Het moest in alle jaargetijden interessant zijn. Bomen met licht lover in de verte gaven de indruk dat ze nóg verder weg stonden. Rijdend over de slingerende oprijlaan kwam het huis pas op het allerlaatste moment in zicht.

Kan niet, bestond bij hem niet. En omdat bij hem alles mogelijk was gaf hem dat al gauw de bijnaam Capability Brown. In elke tuin zag hij wel ‘capabilities’, mogelijkheden. Niets was hem te dol. Als hij vond dat een flink meer of enkele heuvels nodig waren dan kwamen die er. Een ander kenmerk van Brown was het ontwerpen en bouwen van ‘follies’. Een klein tempeltje, een ‘ruïne’, of een ander bouwwerkje dat onverwacht tussen de boomgroepen door te zien was, verraste menige gast. Dit leidde tot een tweede carrière als architect, hetgeen een doorn in het oog was van het architectengilde.

 

Capability Brown had veel aanhangers maar ook veel tegenstanders. Aan het eind van de achttiende eeuw vond men zijn tuinen zelfs saai, kaal en onnatuurlijk. Richard Owen Cambridge, een Engelse dichter zei zelfs, dat hij hoopte voor Brown te sterven zodat hij de hemel nog zou zien voordat Capability Brown ermee aan de slag was geweest. Jammer voor Cambridge, maar Brown stierf al in 1783, kort na een bezoek aan een oude vriend, George Coventry van Croome Court. Croome Parks was het eerste totaalontwerp dat hij maakte nadat hij zich als zelfstandige gevestigd had. George Coventry en hij bleven vrienden en hij kwam er regelmatig. Capability Brown is 67 jaar oud geworden.

 

Brown ontwierp buiten Engeland nagenoeg geen tuinen. Hij wilde dat niet zolang hij in Engeland nog niet klaar was. Maar menig ontwerper volgde zijn voorbeeld. Een tuin die duidelijk op zijn werk geïnspireerd is zijn de tuinen van kasteel Hex, in het dorpje Heks, gemeente Heers  in de Belgische Haspengouw. Tweemaal per jaar zijn deze tuinen voor het publiek toegankelijk. (2de weekend van juni, (vrijdag, zaterdag en zondag) en het 2de weekend van september) Tip: heb je volgend weekend niets te doen, ga dan zeker eens kijken.

 

    

     

Enkele voorbeelden

Boven: Burton Constable Hall, Blenheim Palace, Berrington Hall.

Onder: Burghley House, Compton Verney, Croome Court

Afbeeldingen: internet

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE