5 mei 2013

5 mei 2013

Onbeschrijflijk mooi.

Het voorjaar komt laat dit jaar. Alles heeft meerdere weken achterstand. Maar dat heeft ook zijn voordeel. De kou, het gevaar op nachtvorsten is op zo’n later tijdstip ook al een heel stuk minder. Verschillende planten kunnen een flinke opdonder krijgen omdat ze al goed in de knop zitten of zelfs al in bloei staan als het zo laat nog vriest. Neem de fruitbomen, als die net in bloei staan en koning winter geeft nog even een laatste tik met zijn scepter dan kan dit een mislukte oogst tot gevolg hebben. Een ander voorbeeld van vorstgevoelige bloesem is die van de magnolia. Het gebeurt vaak dat net op het moment dat de boom begint te bloeien een late vorst de bloei van dat jaar vernielt. Doodzonde!

Dit jaar ging het goed. De knoppen gingen pas laat open. Het was nog koud, maar niet te koud waardoor de bloei lang aanhield. Nachtvorst was er niet en zo hebben we, dankzij het feit dat bij een magnolia niet alle bloemen tegelijk open gaan, weken van dit prachtige schouwspel kunnen genieten.

De beverboom, zoals zijn Nederlandse naam luidt, hoort tot de familie van de magnolia’s. Vaak wordt hij vanwege de vorm van zijn bloemen tulpenboom genoemd, maar de tulpenboom is echt een andere boom. Wèl familie trouwens.  In de familie van de magnolia’s zijn zo’n tachtig magnolia’s en twee tulpenbomen (Liriodendron). De liriodendron is een hoog opgroeiende boom die je van een afstand al duidelijk herkent. Zeker als hij overladen is met groen-oranje bloemen die een paradijs vormen voor bijen. Weet je het dan nog niet zeker, het schijnbaar afgekapte blad levert zelfs voor de ‘leek’ het onomstotelijke bewijs dat je met een tulpenboom te doen hebt.

Het geslacht magnolia is niet inheems in West-Europa maar doordat diverse rijkbloeiende soorten werden aangeplant in parken en tuinen kent iedereen ze. Ze komen van oorsprong uit de Verenigde Staten en Azië. De naam kreeg hij van de Franse botanicus Plumier die hem vernoemde naar de in die tijd bekende botanicus Pierre Magnol. We zien de naam als eerste vermeld op een plaat van MarkCatesby’s in The Natural History of Carolina. (afbeelding rechts: internet)  De opbouw van de bloem komt overeen met de oudst bekende fossiele bloemen, hetgeen erop duidt dat hun oorsprong terug gaat naar het krijt, zo’n 100 miljoen jaar geleden.

De magnolia’s zijn onder te verdelen in drie groepen: de groenblijvende soorten waarvan de Magnolia grandiflora misschien wel de bekendste is. De tweede groep is de bladverliezende magnolia die zijn bloemen pas krijgt als hij in blad zit. De bloemen gaan helaas vaak schuil tussen de bladeren.  De laatste groep is bij ons het meest bekend. Zij bloeien als er nog geen blad aan de boom zit hetgeen vaak heel mooi is. Deze groep wordt ook wel de Gwillimia’s genoemd.  Doordat ze  heel vroeg bloeien vallen de bloemen vaak ten prooi aan nachtvorst. Het wil wel helpen ze te planten op een koude plaats waardoor hun knoppen in het voorjaar niet te vroeg open gaan. Je moet hem zeker niet in de ochtendzon planten. Beschutting is belangrijk want niet alleen vorst maar ook regen en wind kunnen de bloemen vernielen.

Even in het kort iets over de soorten van deze laatste groep. Vaak aangeplant is de Magnolia x soulangeana, een breed uitgroeiende soort, meer een struik eigenlijk,  die langzaam groeit. Hij bloeit in maart-april met wit met roze bloemen. Een prachtig gezicht getuige de magnolia’s die al meer dan een halve eeuw het Tempsplein sieren.  Er zijn een tiental klonen van deze hybride die in kleur variëren van wit via diverse gradaties rozerood tot purperrood. Een kleinere soort, ook struikvormig en dus heel geschikt voor de kleinere tuin, is de stermagnolia (Magnolia stellata) met helderwitte, stervormige bloemen.  De Magnolia kobus is een echte boom. Maar hij wordt met tien meter niet echt groot en wordt vaker toegepast als laanboom.

Ik wil nog even terugkomen op de in de eerste groep genoemde Magnolia grandiflora. Vita Sackville-West schreef op 25 juli 1950 in haar wekelijkse column :“De bloemen van de Magnolia grandiflora lijken op grote witte duiven die zijn neergestreken tussen de donkere bladeren.” Ze vond deze magnolia een uitstekende plant om een lelijke muur te verbergen. Hij groeit snel en kan een ruimte van zeven bij zeven meter beslaan (Magnolia grandiflora ‘Goliath). In tegenstelling tot andere magnolia’s doet hij het aanzienlijk beter op een zonnige plaats. Vita plantte er een tegen een beschaduwde westmuur die slechts een paar bloemen per jaar kreeg terwijl het exemplaar dat ze tegen een zuidoost muur plantte vaak tegen de dertig bloemen droeg en misschien nu nog wel. Geweldig gezicht, om over de geur nog maar te zwijgen.

Magnolia’s zijn geweldige, indrukwekkende bomen. Dat bleek toen ik afgelopen week een rondje liep om het mooiste plein van Heerlen. Onbeschrijflijk mooi.

 

 

 

 

Magnolia grandiflora tegen de gevel van een pand aan the Royal Crescent in Bath, Engeland

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE