29 oktober 2017

Probeer het eens.

Ze staan er wat troosteloos bij. Op het terras tussen wat dorre bladeren van de plataan. Hun werk zit er weer ver op voor dit jaar, het seizoen is voorbij. Heel wat litertjes regenwater gingen er door hun teuten, in de vele potten en bakken die door mijn tuin verspreid staan. De gieters, onmisbaar gereedschap in de zomer.

Watergeven, begieten is van alle tijden. Planten hebben behoefte aan water. Het nat houden van de tuin gaat dan ook heel ver terug. Rond 2200 voor Christus werd door de Assyriërs de shadoof uitgevonden. Het werkt volgens het principe van een hefboom, een lange stok, in het midden bevestigd aan een hoog draaipunt. Aan het ene uiteinde een gewicht, een steen of een klomp klei en aan het andere eind een emmer. Het kost maar weinig moeite om zo water omhoog te halen en het vervolgens in een irrigatiesysteem te gieten. Het lijkt iets op het ophaalsysteem dat ik ooit zag voor de blauwe boerderij in het Openluchtmuseum in Arnhem. In India wordt het in afgelegen gebieden trouwens nog steeds gebruikt. Na 4000 jaar nog altijd actueel.


Er wordt ook al lang gebruik gemaakt van mechanische begietingssystemen. In de 16de eeuw worden met een grote pomp planten op een grote afstand beregend. Meer gebruikelijk was de zuigpomp die water in irrigatiekanalen pompte. De fantasie van de mens kende ook toen al geen grenzen; een complex ‘buizensysteem’ op wielen dat draaibaar en scharnierbaar was. Met dit systeem bereikte men alle uithoeken van de tuin. Een stuk gemakkelijker in gebruik was de mechanische sproeikar. Door zijn grote inhoud en krachtige pomp een heel handige hulp bij het sproeien in droge periodes. Wat eenvoudiger, en betaalbaarder, was de stijgbeugelpomp. Op een effectieve wijze pompte men water vanuit een emmer over de planten. De tuinslang zoals wij hem nu kennen, van rubber en later van plastic, dateert pas van eind 1800. Vele andere van de toen bekende systemen konden worden verbeterd. Ook het buizensysteem werd hierdoor vervangen.

Voor het fijne werk zijn er sinds de 15de eeuw al handsproeiers. De oudst bekende is een kruik met een handvat en een vulgat met deksel aan de bovenkant. De zijkanten zijn ‘doorzeefd’ met gaten. De hele kan fungeerde als het ware als broes. Het water liep er in straaltjes door de zijwanden uit. Een eeuw later komt een verbeterde uitvoering uit die werkte op zuigkracht. Via verschillende aardewerken kruiken met een handvat, een vulopening en een sproeier komen we bij de gieters van de 18de eeuw die al veel lijken op de gieters van nu. In het begin van de negentiende eeuw waren er al metalen gieters met allerhande typen broezen. Vaak zat er een bocht in de tuit. Men hoefde de gieter dan maar weinig omhoog te tillen om de straal tussen twee planten te onderbreken. Er zijn heel veel versies bedacht, zelfs een gieter om planten die heel hoog staan te begieten.

Heel veel jaren geleden kreeg ik op vaderdag van mijn dochters een zinken gieter, vijf liter, lange teut. Deze verving een plastic exemplaar. Hij heeft een goede balans. Er is goed, maar vooral ook ‘langzaam’ mee te gieten. Dit herhaalden ze enkele jaren geleden door me op mijn verjaardag met de Rolls-Royce onder de gieters, een Haws Longreach gieter, te verrassen. Het ontwerp van deze gieter dateert uit 1886 en hij wordt nog steeds gemaakt en dat zegt uiteraard genoeg.  Het is een topper. Ook met hem kun je heel rustig gieten maar doordat dit een 8,8 liter gieter is, is hij wel merkbaar zwaarder, ruim tien kilo als hij helemaal vol is. Hij is goed in balans en door zijn lange teut zijn ook planten achter in de border goed te begieten. De bijgeleverde broes geeft ultrakleine druppeltjes hetgeen ideaal is bij klein zaaigoed.
Een paar jaar geleden vond ik in een antiekhal in Engeland ook nog een klein Haws gietertje van twee liter. Ik had dit kamerplantenmodel nog nooit gezien. Voor twintig pond ging het uiteraard mee. Ook deze verving het plastic gietertje dat ik voor mijn kamerplanten gebruikte.

Gieten met een gieter heeft mijn voorkeur en is ronduit leuk. Als je dit dan ook nog eens met een stijlvolle gieter doet, dan is het dubbel leuk. Probeer het eens!

Met een grote pomp worden planten op een grote afstand beregend.



Een complex ‘buizensysteem’ op wielen dat draaibaar en scharnierbaar was.



De mechanische sproeikar en de stijgbeugelpomp

 



Aardenwerken kruik. 16de eeuw. Deze begint op een gieter te lijken.



Bronnen: Tuinieren door de eeuwen heen, internet

VOORGAANDE                                                                                           VOLGENDE