27 juli 2008

Olijfgrijs

Als ik mijn ogen dicht doe zie ik het weer voor me. Zonovergoten landschap, lichte heuvels, landhuizen op de top, omzoomd door cipressen en parasoldennen. Slingerende weggetjes tussen zonnebloemvelden en olijven. Eindeloze olijfgaarden; eeuwenoude bomen afgewisseld door ‘jonge’ exemplaren. Toscane. Een mooie naam voor een prachtig gebied. Toscane. Ook een streek met een rijke geschiedenis. In de achtste eeuw voor Christus leefden hier de Etrusken. Een volk met een hoge beschaving. In Cortona, gelegen boven op een bergtop, is hiervan nog veel te zien. Ons vakantieadres, met een prachtig uitzicht zoals je ziet, lag op een paar minuten loopafstand van een Etruskische stadsmuur, 4de eeuw voor Christus. Smalle, steile straatjes leiden naar gezellige pleintjes. Allemaal middeleeuws. Oude muren, kleine ramen. Grote bomen geven aangename schaduw. En deze is hier onontbeerlijk. De zon, die praktisch loodrecht boven je lijkt te staan, schijnt hier bijna onafgebroken, en maakt het heet, héél heet. Het licht is van een intensiteit die we hier in Nederland niet kennen. Dit is een van de redenen waarom het volgens mij bijna niet mogelijk is om die mediterrane sfeer bij ons ook maar te benaderen.

Toscane is een geweldige streek, ook wat de beplanting betreft. De subtropische planten, die we hier bij ons amper in leven weten te houden, laat staan in bloei weten te krijgen, zien we daar in ongelooflijke afmetingen. Oleanders als complete bomen, elke tak overladen met bloemen. En dat de hele zomer lang!

Bougainvillea’s bedekken complete gevels en kleuren hele huizen cyclaam. De onmiskenbare geur van jasmijn (Jasminum officinalis) ruik je van meters ver. Je ziet hier de parasolden, die in bijna alle gevallen zijn naam eer aandoet. Ranke cipressen, als groene zuilen verspreid door het landschap. De olijfboom, alom aanwezig. De Magnolia grandiflora, met groot glanzend blad en grote bloemen. Helaas is deze soort in Nederland (nog) niet winterhard. Ook zie je heel veel steeneiken.

Maar ook veel bomen die we hier in Nederland hebben, vind je daar terug. Lindes, kastanjes, tamme kastanjes, magnolia’s, platanen, acacia’s, wilgen. En natuurlijk de Italiaanse populier. Vaak worden deze bomen rigoureus, naar mijn mening te rigoureus, terug gezaagd. Maar wonderbaarlijk genoeg lopen ze bijna allemaal weer goed uit. Ook in zuid Frankrijk gebeurt dit vaak. Een gesnoeide boom die goed uitloopt produceert heel veel scheuten met grote bladeren die weer zorgen voor een diepe en dus koele schaduw. Hier, in Cortona een must. 

Maar uit de schaduw, de zon in. Ik ben verschillende keren op pad geweest. Gewapend met camera op zoek naar karakteristieke doorkijkjes, onbekende planten, leuke details, mooie lichtval, kortom van alles. Natuurlijk zoveel mogelijk binnendoor met zo min mogelijk mensen en zo min mogelijk asfalt. Stoffige paadjes en dor gras. Er ritselt van alles onder mijn voeten. De warme droge lucht stijgt op vanuit de vlakte beneden. De geur van de cipressen en dennen kleurt de beelden nog extra. De ‘cigales’ doen hier nog een schepje bovenop. Doordat er bijna geen wind is lijkt het nog veel warmer. Vaak gaat het pad stijl omhoog. Er is veel te zien. Lanen met parasoldennen, vaak afgewisseld met cipressen. Op een gegeven moment loop ik door een veld met sterk geurende paarse bloempjes. Wat het is weet ik niet. Uiteindelijk kom ik uit bij een heel oude olijfgaard. Wat een prachtige boom is het toch! Zeker als hij zo oer- en oeroud is. Getekend door de eeuwen dat ze hier al staan. Vaak helemaal hol; maar soms nog erger en staan er alleen nog een paar stukken rechtop en kun je aan de onderste resten zien dat hij al stokoud is. Scheef gewaaid, uit elkaar gegroeid en gezakt. Gebarsten en gespleten. Het zijn ware sculpturen, heuse kunstwerken, niet door mensenhand gemaakt. Ze staan mooi in blad. Smalle grijsgroene leerachtige bladeren. Bestand tegen hitte en droogte. Van oorsprong afkomstig uit Palestina. 6000 jaar geleden verspreid naar Syrië en Klein-Azie. Door de Romeinen vervolgens duizenden jaren geleden meegebracht naar deze contreien en nu niet meer weg te denken. De olijf is voor mij toch wel het ‘topstuk’ van Toscane

Tegenwoordig zie je hem hier, in de ‘lage landen’ steeds vaker. Wij nemen hem steeds vaker mee vanuit Italië en Griekenland maar of hij zich hier ooit thuis zal voelen? Als ik dit zeker zou weten dan werd mijn tuin ook een stuk grijzer, of moet ik zeggen ‘olijfgrijs’.

VOORGAANDE                                                                           VOLGENDE