23 maart 2014

23 maart 2014

Het Tempsplein van Parijs

Een groene oase, midden in Parijs. Het werd vierhonderd jaar geleden aangelegd naar een ontwerp van Baptiste Cereau en veranderde sindsdien maar weinig. Het is het oudste plein in Frankrijk. Negenendertig huizen die zijn opgetrokken uit rode baksteen. Doordat alles in Parijs tegenwoordig minimaal één keer in de tien jaar schoongemaakt moet worden ziet het er allemaal heel fris uit, alsof ze er pas staan. Maar niets is minder waar. Er hangt een sfeer van rust. Terwijl in Nederland het eerste groen nog komen moet, hangt er hier en daar al een groene waas in de takken. Een driedubbele loofgang van lindes rondom, zorgt in de zomer voor aangename schaduw. Ook Lodewijk de dertiende, midden op het plein, gezeten op zijn paard, zit in de schaduw van grote kastanjes terwijl hij triomfantelijk het gepeupel toezwaait. Dit Place Royale, Koningsplein, was zíjn plein, en werd tijdens zijn regeerperiode aangelegd. In 1639 kwam hij hier al te staan, in het brons. Zo’n honderdvijftig jaar later,nadat de kop van zijn achterkleinzoon onder de guillotine rolde, sneuvelde ook dit standbeeld. Omdat iedereen het wel gehad had met het koningshuis, veranderde men ook de naam van dit plein. Het eerste departement dat zijn volledige belastinggeld zou afdragen aan de nieuwe, revolutionaire regering zou zijn naam gaan geven aan het plein, en dat waren de Vogezen. De naam ‘Place des Vosges’ werd, ook nadat de gemoederen gekalmeerd waren, aangehouden. Ook Lodewijk kwam terug, veertig jaar na de revolutie, in steen, niet meer in brons. De twee grotere gebouwen die tegenover elkaar aan weerszijden van het plein liggen, het Pavillon du Roi en het Pavillon de la Reine, herinneren nog aan koninklijke oorsprong van dit plein.

Ondanks dat je midden in Parijs zit, op zo’n vijf minuten lopen van de plaats waar ooit de Bastille stond, en waar de grote ommekeer begon, is het er rustig. Veel mensen wandelen er en genieten van de voorjaarszon. Het gras is verboden, tenminste vandaag. Soms wordt het ‘vrij gegeven’ en dan ligt het vol. Dan wordt er gezond, gespeeld, gepicknickt door iedereen die zich maar even vrij kan maken van zijn dagelijkse verplichtingen. In ieder kwadrant ligt een grote fontein. Jammer genoeg staan ze nu nog droog maar het is natuurlijk ook pas midden maart.

Helemaal rondom, onder de woningen, loopt een overdekte arcadegalerij. Veel van deze huizen hebben een bijzondere geschiedenis. Veel beroemdheden hebben er gewoond of zijn er geboren. Madame de Sevigné werd hier geboren (1626). De briefwisseling die ze voerde is grotendeels bewaard gebleven en vertelt ons veel over het leven van toen. De dichter Théophile Gautier en schrijver Alphonse Daudet woonden op nummer 8. En wat dacht je van Kardinaal Richelieu die hier woonde van 1615–1627. Op nummer 21 om precies te zijn. Deze Éminence Rouge, zoals hij wel werd genoemd, bereidde de absolute monarchie van de zonnekoning voor. Maar ook zorgde hij voor de officiële erkenning van de Académie française. Maar de bekendste bewoner van dit plein is misschien wel Victor Hugo (rechts), een van de grootste schrijvers van Frankrijk. Hij schreef romans, gedichten, toneelstukken, essays en politieke toespraken. Ook het grootste deel van zijn correspondentie is bewaard gebleven. Hij woonde op nummer 6. Het is tegenwoordig ingericht als museum. Vanuit een van de ramen kijk ik naar buiten en zie wat deze beroemde romantische schrijver waarschijnlijk wel honderden keren heeft gezien, het plein, badend in de zon.
Nu wonen er geen schrijvers, dichters of kardinaal meer. Je vindt tegenwoordig allerhande exclusieve zaken, antiquairs, hotels en restaurants onder de bogengalerij.

Ook wij genieten van de warme voorjaarszon. Het plein ligt midden in de Marais, de Joodse wijk. Enkele voorbij wandelende joden in hun karakteristieke kleding herinneren ons hieraan. Ik probeer me voor te stellen hoe het leven hier voorheen was, honderd, tweehonderd, driehonderd, vierhonderd jaar geleden. Een tijd dat alles veel langzamer ging. Een tijd dat alle correspondentie met pen en papier ging. Tegenwoordig heb je Wi-Fi op het plein en kun je met email, whats-app, twitter de hele wereld direct bereiken, wanneer je maar wil. Goed maar dat deze ‘vluchtige’ media toen nog niet bestonden waardoor veel bewaard is gebleven hetgeen ons een goed beeld geeft van het leven en de denkwijzen van toen.

‘Dit is het Tempsplein van Parijs’ was een van de eerste dingen die ons te binnen schoot toen we het plein opkwamen. Een zekere overeenkomst is er zeker. De rust, ondanks dat je vlak bij het centrum zit, al het groen, mensen die genieten van dit alles en van de zon, dat vind je ook op dat plein in Heerlen. Het Tempsplein is een van de oudste van Heerlen maar bij lange na geen vierhonderd jaar. Ook had dit bij mijn weten geen beroemde bewoners. Geen kardinaal, geen beroemde schrijver of adellijk persoon had uitzicht op de bloeiende magnolia’s. Kunnen we het daarom niet beter omdraaien? Het Tempsplein, het ‘Place des Vosges’ van Heerlen?

Een impressie: de hogere gebouwen zijn het Pavillon du Roi en het Pavillon de la Reine. Deel van de afbeeldingen hierboven zijn van internet.

      

      

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE