20 maart 2011

Willeboel.

“Wienie hasse nog es tiet vuur de tuin? Ut is inne willeboel.”

De winter is voorbij en uit verschillende hoeken klinkt deze paniekroep. Met name enkele wat oudere dames voelen zich bedreigd door oprukkend groen. Nou ja, oprukkend is het natuurlijk nog niet maar omdat het winterklaar maken tegenwoordig vaak wordt overgeslagen is zeker bij deze generatie, die de tuin altijd ‘netjes’ willen houden, de angst wel te begrijpen. De ‘willeboel’ moet opgeruimd.

Met name het ruimen van de laatste bladeren, opharken van de grond tussen de heesters, en het gras dat zijn eerste mestbeurt kan gebruiken. Stoepen zijn na de winter vaak bemost en glad, en moeten ‘ontgroend’. Schoonmaakazijn doet wonderen. En ook  de eerste paardenbloemen friemelen tussen de tegelnaden al omhoog, en met hun penwortel bijna onuitroeibaar omlaag. Werk genoeg. Verder moet er natuurlijk van alles worden gesnoeid.

Het doet er niet toe naar welk tuinprogramma je kijkt of luistert, de meest gestelde vragen gaan over snoeien. Het lijkt onlosmakelijk verbonden met een tuin. Hoe moet ik deze plant snoeien, en wanneer en hoe moet dat gebeuren. Bloeit hij dan wel dit jaar? Het is net alsof de mens controle wil houden over alles om hem heen. Goed snoeien, maar vooral ook ‘mooi’ snoeien is een kunst op zich.

De belangrijkste reden van snoeien is natuurlijk om de plant klein te houden, of beter gezegd niet te groot voor de tuin waar hij in staat. Snoeien heeft een tijdelijk effect. In de genen van een plant zit ‘ingebakken’ wat zijn uiteindelijke grootte is. Planten we een beuk in een te kleine tuin dan zal deze boom toch zijn einddoel nastreven wat na verloop van vele jaren een hoogte van 15 meter en een doorsnede van een metertje of 10 is. In een park of bos is dit natuurlijk prachtig. Alleen heel veel snoeien zal hem in een stadstuintje binnen acceptabele grenzen houden, maar mooi is anders. Je doet er verstandiger aan om op zoek te gaan naar een boom die van nature kleiner blijft en waar je misschien helemaal niet aan hoeft te snoeien. Er is keuze genoeg. In een kleine tuin is een amberboom meer op zijn plaats dan een plataan, terwijl hij er toch wel iets van weg heeft. Als je uiteindelijk toch moet snoeien probeer dan de buitenlijn, de natuurlijke vorm, te handhaven.

Onderhoudssnoei is natuurlijk wel belangrijk. Zieke en dode takken moet je altijd verwijderen. Haal met je nagel een stukje bast weg. Dit moet groen zijn, zoniet dan is de tak dood. Ook wilde scheuten (scheuten die uit de grond komen), en waterlot (rechtopgaande scheuten, die zich door een eerdere rigoureuze snoei hebben gevormd), worden verwijderd. En vergeet ook schurende takken niet.

Ook bij fruitbomen is snoeien heel belangrijk. Snoeien van vruchtbomen en kleinfruit is een kunst op zich. Door een fruitboom goed te snoeien kan de opbrengst aanzienlijk worden vergroot. Doe je het verkeerd dan kun je het stukje ‘fruit’ tijdelijk doorstrepen in het woordje fruitboom.

Het meeste snoeiwerk deed ik altijd in de winter, als bomen en heesters in rust waren. De visie hieromtrent is gewijzigd. Snoeien in de winter kan, maar omdat bij sommige planten de sapstroom al vroeg op gang komt mogen deze niet meer na de jaarwisseling worden gesnoeid. Berk, druif, kiwi, esdoorn, walnoot, en haagbeuk zijn er enkele. De worteldruk is zo groot dat het bloeden na te late snoei niet te stoppen is. Het is een flinke aanslag op de plant maar hoeft niet altijd het einde te betekenen. Steenvruchten zoals pruim en kers mogen om een andere reden niet in de winter gesnoeid worden. Ze zijn dan veel gevoeliger voor de ziekte loodglans, die vaak het einde van de boom inluidt.

Snoeien in de zomer, midden in het groeiseizoen is veel beter. De boom zal nooit bloeden, en snoeiwonden zullen veel sneller overgroeien – dichtgroeien - met wondweefsel hetgeen de wond beschermt tegen ongenode gasten. Ook kun je dan meteen het ‘eindresultaat’ zien hetgeen bij een kale winterboom toch wel wat inzicht vereist.

Er zijn veel regeltjes en toch kun je, zeker als je in het groeiseizoen snoeit, niet veel fout doen. Of het mooi is, is een tweede. Je krijgt bijna altijd een tweede kans, als je niet tevreden bent. Een plant zal zich normaal gesproken altijd herstellen en weer opnieuw gaan streven naar zijn eindvorm.

Zo, genoeg theorie. Het zonnetje schijnt. Ik ga eerst maar eens beginnen aan mijn eigen ‘willeboel’.

  

Links: Te laat in het seizoen gesnoeide haagbeuk

Rechts: Drie jaar geleden gesnoeide prunus. Mooi is anders.

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE