1 november 2009

1 november 2009

Bomen na de dood.

Eén keer per jaar schenken wij extra aandacht aan onze overledenen. Tenminste, deze dag is er speciaal voor in het leven geroepen: Allerzielen, 2 november. Al onze heiligen worden vandaag al geëerd, maar voor de ‘gewone man’ is het morgen pas ‘feest’. Was het tot een aantal jaren geleden een kerkelijke feestdag, een vrije dag, tegenwoordig wordt Allerzielen ‘meegepakt’ – lees gevierd – op de zondag ervoor of erna. Althans in Nederland.  Want het is nog steeds een vrije dag in vele landen, waaronder België, Frankrijk en delen van Duitsland. In Nederland werd deze vrije dag in de jaren '60 al afgeschaft. In Mexico daarentegen is het een dag van vrolijkheid en feest. Daar wordt Allerzielen letterlijk ‘gevierd’. Op die dag worden grote feesten gehouden op de kerkhoven met veel eten en excessief veel drank. Zo uitbundig gaat het er bij ons niet aan toe. Wij toasten niet op het graf van onze ouders, stel je voor. Nog geen kopje koffie zelfs. Wij doen het wat rustiger aan. We geven de graven een sopje en versieren ze met een kaarsje en bloemen, het liefst chrysanten. Gouden dagen voor de chrysantenkweker want dit blijft kerkhofbloem nummer één.

 

Kerkhoven hebben op mij altijd een bepaalde aantrekkingskracht. Op een paar meter afstand van het graf van mijn ouders ligt het grafje van Jantje. Het maakt niet uit wanneer je er komt, dit grafje is altijd tiptop verzorgd. Altijd bloemen in bloei, geen onkruid, altijd keurig aangeharkt. Jantje was pas vier. En hij ligt hier al bijna vijftig jaar! Waaraan is hij gestorven? Dat heb ik me altijd afgevraagd en was tot gisteren een raadsel. Phil, mijn zus, trof de ouders. “Dit is het enige wat we nog kunnen doen” vertelde de moeder. Jantje is verongelukt. Zijn vader werkte in de mijn en de brandweer kwam hem het slechte nieuws daar vertellen. Jantje heeft nog twee dagen in het ziekenhuis gelegen voor hij stierf.

Een stuk verderop ligt het mooiste en een van de oudste graven. Of eigenlijk moet ik zeggen staat, want het is het enige kapelletje op het kerkhof aan de Akerstraat. Ze stierf op 20jarige leeftijd, barones Antonia de Loë Mheer. Haar man liet kort daarna dit kapelletje over haar graf bouwen ter nagedachtenis. Al weer meer dan 150 jaar geleden. De gemeente stelde destijds als voorwaarde dat het altijd voor publiek opengesteld moest zijn. Maar waaraan is ze gestorven, deze Antonia, en zo jong? Dit blijft een mysterie.

 

Maar genoeg getreurd, nu wat vrolijkers.  Wat me bij veel kerkhoven vooral aantrekt zijn de bomen. Hoe ouder het kerkhof, hoe mooier de bomen. Vaak werden en worden er allerhande ‘treurbomen’, cultivars van bekende bomen, maar dan met hangende takken, geplant. Treurberk, treurbeuk, treures, treurwilg en ga zo maar door. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een treurend familielid van op de markt. Op het kerkhof in Heerlen staat een grote diversiteit aan bomen. Diverse naaldbomen waaronder zelfs enkel mammoetbomen. Deze zijn nog relatief jong maar beloven pronkstukken te worden, maar dat zullen wij niet meer van boven de grond waarnemen. Een majestueuze beuk spant de kroon. Hij neemt een groot aantal graven onder zijn hoede. Bij een aantal zeer fraaie zuiltaxussen vond men het jaren geleden nodig ze van onderen wat ‘op te snoeien’. Aan deze zinloze verminking heb ik me lang gestoord en uiteindelijk waarschijnlijk ook degene die verantwoordelijk is voor het groen. Op een gegeven moment waren ze weg.

 

Ergens in het midden van het kerkhof ligt het graf van mijn ouders. Lommerrijk, onder hoge bomen. En waar kun je als Van der Linden beter begraven worden dan onder een linde. Maar dan geen treurlinde, want die zijn uiterst zeldzaam. Je kunt zelfs gerust bijna zeggen, lindes treuren niet! Het is een donkere plek waar weinig overleeft. Maagdenpalm is zo’n beetje het enige dat er groeit, nadat in het voorjaar een bloemenzee van narcisjes en boerenkrokussen een spetterende lenteshow heeft gegeven.

 

Ik loop weer richting Groene Boord en verlaat de ‘kathedraal’, die gevormd wordt door de hoge, kaarsrechte stammen van de symmetrisch aangeplante bomen, in het midden van het kerkhof. Aangeplant om het grafmonument voor in Heerlen gestorven Belgische soldaten uit de eerste wereldoorlog. Het groene ‘dak’ wordt al langzaam goudgeel en een groot deel van de ‘pannen’ ligt al op de grond. Iets verderop zie ik dat de zuiltaxussen zijn vervangen door jonge exemplaren. En nu maar hopen dat over enkele tientallen jaren niet weer de een of andere malloot het in zijn hoofd haalt ze wat ‘bij te knippen’. Het kerkhof is nu weer een grote bloemenpracht al is het maar van korte duur. Over enkele weken wordt de taak voor een groot deel weer overgenomen door de vele coniferen en bomen. Zij zorgen dat een wandeling over dit kerkhof het hele jaar door de moeite waard is, deze bomen voor na de dood.

 

     

 

Van links naar rechts:

De ingang van de ‘kathedraal’.

Majestueuze beuk 'ontfermt' zich over de omliggende graven.

Fraaie treures, een lust voor het oog.

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE