19 april 2009

Van de Kievit en de Keizer

.

Als ik door plantenboeken heen blader verwonder ik me steeds weer over de meest wonderbaarlijke en fantasierijke namen die planten vaak van ons gekregen hebben. En dan bedoel ik natuurlijk de Nederlandse namen. Ooit gehoord van Bisschopstranen? Of van het hongerbloempje en de Duitse pijp? Het zijn vaak namen waarbij je je afvraagt hoe men er ooit op gekomen is. Schurftkruid, nee, dat wil ik echt niet in mijn tuin. Dan heb ik liever een perkje met Hoe Langer Hoe Liever. Waarom heet vergeet-mij-nietje, vergeet-mij-nietje? Bij andere namen is het wel duidelijk: de duivelswandelstok, van boven tot onder bezet met stekels, erger nog dan rozen. Ik denk dat alleen de duivel deze ‘wandelstok’ kan vasthouden. Maar een andere naam voor deze zelfde ‘stekelplant’ is engelenboom. Hoezo, engelenboom?

 

 

 

Een probleem van Nederlandse namen is natuurlijk dat het lang niet altijd duidelijk is welke plant er precies wordt bedoeld. Vaak hebben verschillende planten dezelfde naam. Wat bedoelt men met de Sneeuwbal. De Hydrangea arborescens ‘’Annabelle’ of de Viburnum opulus? Je vindt ze allebei onder die naam. De Latijnse naam is altijd eenduidig. Toch hebben Nederlandse namen vaak veel meer charme. Neem bijvoorbeeld de keizerskroon. Als je de bloem ziet kun je je heel goed voorstellen dat dit sierraad op het hoofd van een keizer niet zou misstaan. De officiële naam, Fritillaria imperialis zegt dan weer veel minder. Alweer zo’n ingewikkelde naam waar alleen de hovenier of plantenfanaticus een beeld bij heeft. Datzelfde geldt voor zijn kleinere broertje, de Fritillaria meleagris.  Heb je daar ooit van gehoord? De naam kievitseitje, of kievitsbloem klinkt veel bekender. Een bloempje dat je in twee varianten vindt: de ‘geblokte’ variant met piepkleine vierkantjes, zwart-bruin of paars met wit, net een dambord, en de witte. Ik kocht een zakje kievitseitjes, de bolletjes, enkele jaren geleden en plantte ze in mijn grasveldje in de voortuin. Het waren er een stuk of tien, maar slechts een enkeling kwam op. Later las ik dat ze van drassige, voedselrijke grond houden. In uiterwaarden doen ze het uitstekend. Maar mijn tuin loopt niet elke winter onder, dus is dat misschien de reden van de schamele opkomst. Ongeveer tachtig procent van de in Nederland in het wild voorkomende kievitseitjes vind je langs de oevers van de IJssel en het Zwarte Water in Zwolle. Hij komt vooral voor in gebieden die ’s winters onder water staan. Dit jaar kwamen er in mijn kievitsbloempje maar liefst twee bloemen. Maar ook die twee trokken voldoende de aandacht. Naast de narcissen die er al stonden plantte ik in het najaar ook nog wat botanische tulpjes en scilla’s in mijn grasje in de voortuin. Zeker de tulpjes, Tulipa tarda, zijn echt geweldig. Het enige nadeel van bolletjes in het gazon is, als je ze daar plant, dat je er nog maanden omheen moet knippen voordat ze zijn afgestorven. Maar het lentegevoel dat ze geven als ze staan te stralen compenseert dit ruimschoots.

Kievit of keizer, eitje of kroon, het blijven geweldige lentebodes, elk jaar opnieuw.

 

      

1                                                           2                                                           3

1 Keizerskroon, Fritillaria imperialis

2 Kievitseitje, Fritillaria meleagris. Te vinden in twee varianten

3 Fritillaria verticillata, ook een mooie verschijning in de lentetuin

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE