18 april 2010

 Zomerbloeiers

 

‘Er passen er dertig op’ zei de caissière. ‘Maar dan is mijn loopband ook echt helemaal vol’. In het krantje van een supermarkt las ik dat met ingang van vandaag, afgelopen donderdag dus, zomerbloeiers in de aanbieding waren. Perkgoed, per tray (10 stuks), €0,99. De winkel was pas tien minuten open en de grote karren waaruit alle kleuren van de regenboog piepten, waren al voor een groot deel leeg. Ik was blijkbaar niet de enige die de advertentie gezien had. Bijna alleen winkelwagentjes gevuld met bloemen reden richting kassa. ‘Hij had twee karretjes helemaal gevuld’ zei ze ’twee lagen hoog’. Ik had ongeveer de helft, plaatste alles op de band en rekende af. Het waren de ‘klassieke’ zomerbloemen: afrikaantjes en vlijtige liesjes in diverse kleuren, lobeliaatjes, petunia’s, ageratums, vuurrode salvia’s. Kortom alles wat tientallen jaren geleden oogverblindend onze bloembedden en  -bakken vulde. Nee, schrik niet, al deze bloemen heb ik niet voor mezelf gekocht maar voor een tante en enkele kennissen die hun tuin ‘fullcolour’ gevuld willen hebben. Toch kan ik goed begrijpen wat deze bloemen zo geliefd maakt. Zo gauw Marmetus, Pancratius, Servatius, Bonifatius de aftocht hebben geblazen, en het gevaar van nachtvorst geweken is, geven al deze planten zonder al te veel problemen, een ‘splash of colour’ tot ver in de herfst. En wie wil dat nou niet?

 

Ook bij ons stonden ze vroeger. Ik zie de lobeliaatjes nog zo voor me, een blauwe rand langs het bovenste stukje gras. En ook de afrikaantjes, vaak oranje, de ageratums en de vlammende salvia’s. Ze waren allemaal van de partij. Hoogte werd gecreëerd met campanula’s, chrysanten en dahlia’s. Alle kleuren van de regenboog groeiden broederlijk naast elkaar. Borders op kleur, daar had mijn vader nog nooit van gehoord. Maar desalniettemin genoten wij allen van dit prachtige schilderspallet. En toch heb ik zijn beplantingsplan niet overgenomen. Ik vind het nu toch iets te veel van het goede. Alleen een traytje met witte vlijtige liesjes houd ik zelf. Het vlijtige liesje, en dan zeker het witte, staat hoog bij mijn favorieten. Een dankbaar bloempje dat, als het maar niet in de volle zon staat en voldoende water krijgt, zijn naam eer aandoet, want vlijtig is het zeker, tot ver in de herfst! Rond 1880 werd het plantje vanuit Zanzibar meegenomen, richting noorden. Vanaf toen is dit bloempje razend populair, en terecht. Aanvankelijk waren de bloemen vermiljoenrood, maar kwekers hebben gezorgd dat we nu over een breed scala aan kleuren beschikken. Er zijn er ook met bonte bladeren.

 

Ik houd ze nog een aantal weken onder mijn hoede. Nu al planten is te riskant. Tot half mei blijft er een kans op nachtvorst en daar kunnen ze echt niet tegen. Als je ze toch al wil uitplanten houd de nachttemperaturen in de gaten en dek ze af met kranten als er nachtvorst dreigt. Je kunt de schade tot een paar graden vorst zo wel voorkomen. Tot die tijd is het een kleurig geheel op mijn tuintafel. Ze passen er net op. Het is nog geen zomer en toch is mijn tuin, het is maar tijdelijk, al gevuld met zomerbloeiers.

 

  

Terwijl ik deze column schreef, heerlijk in het voorjaarszonnetje in het prieel, landt er een jonge merel op een bankje vlakbij. Zo te zien heeft hij nog niet zo veel vlieguren. Dat zou betekenen dat ma merel half maart, ondanks het gure weer, al is begonnen te broeden!

Of er iets te vinden is voor de kipjes tussen de elfenbloemen en de alliums.

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE