16 oktober 2011

16 oktober 2011

Zoek de verschillen

Ik sprak onlangs weer met iemand die zich er, net zoals ik, aan stoort dat er steeds meer steen wordt gebruikt in tuinen. En dat terwijl er eigenlijk niet meer dan een derde verhard mag zijn wil je het ultieme tuingevoel ervaren. Er gaat geen week voorbij zonder dat mijn blik valt op alweer een tuin die ‘arbeidsvriendelijk’ is gemaakt. Althans, dat denkt men. Weer een tuin die voor bijna honderd procent verhard is. Klinkers, grind of een combinatie van beide. Lekker makkelijk. Ik zag, een tijdje geleden trouwens al, ook zo’n gerenoveerd voortuintje bij mij in de buurt. Een breed pad naar de voordeur van klinkertjes. Van deze steentjes is ook een terras bij de voordeur en een platje voor de afvalcontainers gemaakt. Met uitzondering van drie vierkante uitsparingen met wat groen is de rest van de voortuin verder volgestort met grind. ‘Netjes’, en het gemak dient de mens. Dat mag dan wel zo zijn, maar mooi is het niet. Ik zou hier niet over begonnen zijn als dit tuintje niet zou grenzen aan een heel groen tuintje. Ook heel arbeidsvriendelijk maar dan echt. Waar bij de buurman zwart grind ligt groeit in dit tuintje al jarenlang klimop. Een ondoordringbare prachtige groene deken, links en rechts van het toegangspad, waar maar heel weinig ‘onkruid’ een plaatsje weet te veroveren. Drie bolcatalpaatjes zorgen voor de noodzakelijke hoogtewerking. Ik ben ervan overtuigd dat dit tuintje maar heel weinig onderhoud nodig heeft. Af en toe de stoep met een voegenmes of op een andere manier van alle onkruid ontdoen, een klus waar de buurman trouwens ook niet onderuit komt, en verder het bijknippen van de klimop wanneer deze over de stoep dreigt te groeien. That’s all!

Deze verharding is een trend die jaren geleden heeft ingezet en erg hardnekkig blijkt te zijn: voortuintjes die netjes en schoon ogen en eigenlijk het belangrijkste, geen werk kosten. Netjes en schoon zou ik willen vervangen door koud. Een warme uitstraling, behoefte om er te gaan zitten en ervan te genieten, is er niet. Strak en zakelijk.
Toch liggen er bij een verharde tuin ook vijanden op de loer. Veel mensen denken dat worteldoek alle problemen oplost maar het probleem komt niet van onderen. Tientallen zaadjes vliegen door de lucht en kiemen tussen de steentjes en de voegen van de klinkertjes. Als je het niet goed in de gaten houdt krijgen je nette grindperkjes met allerhande kleuren split opeens nog een extra kleur: groen. Het scala aan schakeringen groen is breed: van paardenbloemgroen via Canadese fijnstraal-, kleine veldkers- en harig knopkruid- tot melganzevoetgroen. Ze vinden allemaal de weg tot jouw voortuin. Een ander minpuntje, zeker nu in de herfst, is dat er veel rommel op valt. Je wilt, zeker met grind, dat je voortuintje netjes is dus een bladblazer is onontbeerlijk. Ben je net klaar met het onkruidvrij maken van de grindperken en klinkerpaadjes moet je weer gaan blazen en zuigen. Er is toch altijd wat te doen.

Een eigenschap van een trend is dat hij tijdelijk is. Hoe trendy was enkele tientallen jaren geleden niet het gebruik van spoorbielzen in je tuin. Ook ikzelf kocht in 1980 tientallen spoorbielzen waarmee borderafscheidingen, verhoogde borders en een heuse zitkuil werden gemaakt. De bielzen zijn overal geruimd, ook bij mij, en worden ook niet meer bij nieuw aan te leggen tuinen gebruikt. Hoe trendy was het enkele tientallen jaren geleden niet om een coniferenhaag van de  Chamaecyparis lawsoniana Columnaris, een strakke zuilvormige ‘blauwe’ conifeer, om je tuintje heen te planten. Een rij van strakke grijze zuiltjes die zelfs na jaren nog steeds geen strak geheel vormden. Het kostte een aardige duit maar dan had je wel wat moois. Ikzelf heb zo’n haag nooit mooi gevonden. Thuja en taxus voldeden ook toen al veel beter.

Ik ben ervan overtuigd dat ‘stenen tuinen’ net als de bielzentuinen en de grijze coniferenhagen ook zullen verdwijnen. Het duurt alleen misschien nog even. Je voortuin is je visitekaartje. En als hij groen is oogt hij veel vriendelijker, meer ‘welkom’.

    

Twee aan elkaar grenzende voortuintjes. Toch zien ze er bij lange na niet hetzelfde uit. Als je de keus had in welk van de twee zou je even gaan zitten en een kopje koffie drinken. Geen moeilijke keuze, toch?

 

Mijn eigen voortuin, in de nog warme oktoberzon van afgelopen week.

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE