15 december 2013

15 december 2013


Een onverwachte gast

Half december, en ‘t wil niet vriezen, Koning Winter kan maar moeilijk kiezen.

Deze weerspreuk geeft de huidige situatie goed weer. Het blijft moeilijk te voorspellen, een ‘echte’ winter met pakken sneeuw en strenge vorst, of een kwakkelaar. Maar nog nooit lag het terras onder de beuk zo bezaaid met nootjes als dit jaar. Een strenge winter op komst? Notenbomen gaven dit jaar een onovertroffen oogst. Voorteken van een strenge winter? Ik weet het niet. De oogst van zulke bomen hangt van veel factoren af maar of bomen ook echt een vooruitziende blik hebben?

Toch wordt het een koude winter. Vorige week was het in één keer duidelijk voor me. Toen ik vanuit de keuken naar buiten keek bungelde een ‘pluimstaart’ op zijn kop bij het pindanetje dat ik een paar dagen eerder voor de meesjes had opgehangen. Op nog geen meter afstand van me ging hij ongestoord verder. Ik kon hem bijna aanraken. Een prachtig gezicht. Als ik aan de rand van een bos zou wonen zou zo’n eekhoorntje niets bijzonders geweest zijn, maar hier, midden in een woonwijk. Maar één eekhoorn maakt nog geen (strenge) winter, of misschien toch…?

Eekhoorntjes heb ik altijd geweldig gevonden. Toen ik nog ‘e jungske van a joar of zes’ was of misschien een paar jaar ouder, verslond ik de verhaaltjes van Knabbel en Babbel in het weektijdschrift Donald Duck waarop we destijds geabonneerd waren. Al die avonturen die ze daar beleefden in een ogenschijnlijk saai bos, vond ik geweldig. Als ze niet druk in de weer waren met het aanleggen van een wintervoorraad van eikeltjes in hun holletje hoog in de boom, raakten ze wel betrokken bij het een of andere voorval met andere bosbewoners. Zouden ze nu, zoveel jaren later en hoogbejaard als nu ze moeten zijn, nog steeds zo’n bewogen leven leiden?

In Nederland is alleen de Rode eekhoorn (Sciurus vulgaris) inheems. Roodbruin met een witte buik, ’s winters meer grijzig donkerbruin. Hij heeft lange klauwen waarmee hij razendsnel tot boven in een boom kan komen. Van nul tot vijftien meter in tien seconden. Hij springt van boom naar boom waarbij hij zijn poten uitspreidt. De losse huid op zijn flanken helpt hem in de lucht te blijven en met zijn staart stuurt hij bij. Dit bleek heel duidelijk toen hij even later een flinke sprong maakte van de dakplataan naar de knotlinde. Razendsnel flitste hij daarna via de takken van de linde, over de heg naar een ander pindanetje dat onder de overkapping hangt. 

Eekhoorns hebben een lengte tussen 18 en 24 cm en een gewicht tussen 250 en 350 gram. In de natuur worden ze tussen de drie en zeven jaar oud. In gevangenschap kan dat een jaar of tien zijn. De eekhoorn is overdag actief, maar ’s winters zie je ze alleen ’s morgens. Hij houdt geen winterslaap. Met slecht weer blijft hij ‘binnen’ en als het weer het weer toelaat brengt hij een bezoek aan zijn voorraadschuur die hij, in de aan de winter voorafgaande periode, heeft gevuld. Eekhoorns bouwen een nest van twijgen dat van de binnenkant wordt bekleed met gras en mos. In de kraamkamer komt een dikkere laag.
 
De rode eekhoorn is misschien wel de enigste maar zeker niet de enige eekhoorn die we hier in de natuur kunnen aantreffen. Veel soorten worden in  gevangenschap gehouden en, je raadt het al, er ontsnappen er wel eens een paar. Uit een onderzoek dat een jaar of vijf geleden door de Zoogdiervereniging is gedaan blijkt dat er sinds 1990 maar liefst elf uitheemse soorten zijn waargenomen. Niet allemaal even invasief uiteraard, maar in feite horen ze hier niet. De Prevos eekhoorn, de Kaukasus eekhoorn, de Amerikaanse voseekhoorn, de Dorsalis eekhoorn, de Grijze eekhoorn en de Pallas eekhoorn, om er maar eens een paar te noemen. Doel van dit onderzoek was na te gaan of deze ‘vreemdelingen’ een bedreiging vormen voor andere onderdelen van de natuur en dan met name voor onze eigen eekhoorn. Dit was bij de laatstgenoemde, de Pallas eekhoorn (Callosciurus erythraeus) wél het geval. Hoewel ze aanvankelijk goed met onze eekhoorn leken samen te leven (ze gebruiken zelfs elkaars nesten), sloeg de balans uiteindelijk toch uit, ten nadele van de Rode eekhoorn. Het zou kunnen komen doordat de Pallas eekhoorn gewend is met veel meer op een bepaald grondstuk te leven dan de rode. En de hoeveelheid voedsel is natuurlijk beperkt op dat stuk. De Pallas eekhoorn heeft nog een ‘nadelige’ eigenschap. Het is een geweldige knager en knaagt aan alles wat los en vast zit, van dakranden tot panlatten, zelfs aan plastic buizen. In de omgeving van Weert is een populatie actief doordat ooit een dozijn beestjes ontsnapte bij een dierenhandelaar in de omgeving. In 2011 is de zoogdiervereniging begonnen met het wegvangen van deze soort. Ze worden onvruchtbaar gemaakt en daarna in dierentuinen en opvangtehuizen geplaatst. Naast deze actie werd ook geadviseerd het houden van, en de handel in, invasieve soorten eekhoorns, zo snel mogelijk te verbieden, juist om onze eigen Rode eekhoorn te beschermen. Dit verbod is er vorig jaar gekomen en niet alleen voor deze Pallas eekhoorn, maar ook voor de Grijze eekhoorn (Sciurus carolinensis) en de Amerikaanse voseekhoorn (Sciurus niger)

Hij doet goed zijn best om bij het tweede netje te komen maar het lukt hem niet. Vanaf een balk onder het glazen dak bekijkt hij de situatie. Na enkele pogingen geeft hij het op en flitst van boom naar boom, op weg naar de achterliggende tuinen waarna hij uiteindelijk uit zicht verdwijnt. Of het nu een strenge winter wordt of niet, ik hoop dat ik deze onverwachte gast snel weer terug zal zien in mijn tuin.
 
      
 
 
 
 
 
 

 

‘Engelse’ eekhoorn, gefotografeerd bij Bodiam Castle, Sussex
 
 
 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE