14 juni 2015

Tegel eruit, groen erin

Vijfendertig jaar, plus of min tien, dat was de prognose begin jaren zeventig. The point of no return, het punt vanwaar geen herstel meer mogelijk zou zijn, was bijna bereikt, en dan nog vijfendertig jaar, plus of min tien. Het rapport van de Club van Rome was heel duidelijk. Het boekje, pocketuitvoering, staat, inmiddels vergeeld, nog ergens in de boekenkast, maar lijkt na al die jaren zijn kracht te hebben verloren. Mijn biologieleraar, Piet de Veer,  geloofde ook stellig in dit doemscenario en verdedigde deze stelling zelfs op TV. Ik heb hem de laatste jaren op het Atheneum als leraar gehad. Hij liet zijn leerlingen veel zelf doen. Hij stelde ‘studieblokken’ samen en je diende die onderwerpen zelf te bestuderen. Mocht je vragen hebben dan kon je uiteraard altijd bij hem terecht. Ik zie hem nog zo voor me, gezeten achter in de hoek van het practicumlokaal.  Als je dacht de stof te beheersen maakte je een afspraak voor een mondelinge overhoring. Heel vooruitstrevend voor die tijd.
Of die vooruitzichten uit het Rapport van de Club van Rome ooit zullen uitkomen, hij zal het niet meer meemaken. Hij overleed twee weken geleden.


Toch had hij gelijk. Het blijft zorgwekkend hoe wij met onze aarde omgaan. Alleen al het feit hoe er steeds meer wordt ‘bedekt’ van onze leefomgeving. Er gaat geen week voorbij of je ziet wel weer ergens in de buurt een container staan. Bomen, struiken en de rest van de tuin eruit, ‘sierbestrating’  erin. Wat er ‘sier’ is in sierbestrating mogen ze me proberen uit te leggen.

2015 is door de VN uitgeroepen tot het Jaar van de Bodem. De bodem is letterlijk de bodem, het fundament van ons bestaan. Natuur, energie, wonen, drinkwater en bovenal ons voedsel, voor al deze zaken zijn we afhankelijk van onze bodem. Toch lijken we dit niet te beseffen, althans we handelen niet ernaar. Ook in Nederland zijn we niet duurzaam bezig. Door intensieve landbouw is de aandacht voor de bodem sterk afgenomen. Zware machines tasten de structuur van de grond aan. Ook worden de grondsoort en het gewas vaak niet goed op elkaar afgestemd. Dit leidt tot verlies van organische stof waardoor de goede structuur weer afneemt.

Organische stof in de vorm van humus is van wezenlijk belang voor de bodem. Het stimuleert het bodemleven. Het verbetert de structuur. Kleigrond die normaal te nat is wordt door toevoeging van humus beter doorlatend terwijl toevoeging aan zandgrond juist andersom werkt. Zakt het regenwater normaal snel door naar de diepere voor planten onbereikbare lagen, door toevoeging van humus wordt water juist beter vastgehouden en blijft het bereikbaar voor planten. Het leven in de bodem is ongelooflijk complex. Ondanks alle onderzoek is er pas een tipje van de sluier opgelicht.

In de bovenste decimeters van elke vierkante meter bodem zitten zo’n vierhonderd regenwormen plus zo’n 20 miljoen aaltjes. Een theelepel grond bevat honderden meters aan schimmeldraden en maar liefst 10 miljard bacteriën, van wellicht 10 duizend verschillende soorten. “Stel je een hectare grond voor waar vijf schapen op grazen” zegt Wietse de Boer, senior onderzoeker microbiële ecologie bij NIOO-KNAW en bijzonder hoogleraar bij de sectie Bodemkwaliteit van Wageningen UR “Dat is een gangbare schapendichtheid. Onder de grond leeft er aan micro-organismen een massa die gelijk staat aan dertig tot vijftig schapen” (Bron: Wageningen World)

Het is echt complex. Veel bacteriën en schimmels leven in symbiose met de planten die in deze bodem geworteld staan. Het bekendste, althans oudst bekende voorbeeld voor mij, is de symbiose, de samenwerking, tussen de beuk en een schimmel in de bodem. Plant je een beuk of beukenhaag dan zal hij gemakkelijker aanslaan als je wat grond uit een beukenbos toevoegt. Maar, pas op, want het meenemen van die grond is strafbaar. Je kunt deze schimmels, mycorrhiza, tegenwoordig ook gewoon kopen in een tuincentrum. Ook bij het planten van andere planten werkt toevoeging van mycorrhiza positief.

Het besef van het belang van een goed bodemleven is er bij velen helaas nog niet. Hoe een en ander precies werkt, veel te ingewikkeld. Toch kunnen we als tuinbezitters, ook al weet je het fijne er niet van,  een ‘steentje’ bijdragen door ons stukje ‘bodem’, onze tuin, niet alleen te bedekken met tegels, maar te vergroenen. De biodiversiteit vergroot, het water kan worden terug gegeven aan de aarde, de hitte op warme dagen zoals de afgelopen twee vrijdagen, kan worden opgevangen. Bovendien ziet het veel mooier uit. Het is gewoon veel aangenamer in een ‘echte’ tuin. Daarom, tegel eruit, groen erin!

Afbeeldingen logo, humus en regenwormen: internet

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE