13 december 2009

13 december 2009

Groene prikkeldraad

 

Vroeger heel algemeen maar nu zie je ze bijna niet meer, de vlechtheggen. Onlangs is hier wellicht weer een begin mee gemaakt. Althans een heel pril begin. In het Mergelland, bij Maarten en Arlette. Nadat afgelopen winter de bestaande heg, een heg van laurierkers, door de extreme kou volledig bevroor, werd gezocht naar een haag die beter in het landelijke Limburgse landschap past. En wat kun je dan beter planten dan een ‘Limburgse’ heg, die bovendien over een paar jaar ook nog ’gelegd’, omgevormd kan worden tot een vlechtheg.

 

Veel van jullie zullen waarschijnlijk nooit hebben gehoord van een vlechtheg. Toch waren deze heggen tot de jaren twintig van de vorige eeuw zeer algemeen. De heggen bestonden uit een mix van struiken waarvan een groot deel met doorns en stekels. Meidoorn, sleedoorn, hondsroos, hulst, braam en eglantier. De rest werd opgevuld met veldesdoorn, kardinaalsmuts, haagbeuk, kornoelje , vlier, sporkehout, bosrank, noem maar op. Leuk is om verschillende soorten inheemse struiken te gebruiken, die op verschillende tijdstippen bloeien, of bijvoorbeeld een struik die in het najaar besjes vormt. Bovendien komen er in zo’n heg steeds meer soorten bij doordat vogels er van alles in ‘zaaien’.Een dichte vlechtheg dient ook als voedselplant, nestgelegenheid voor vogels en een schuilplaats voor andere nuttige dieren. Na de uitvinding van de prikkeldraad werd, in Nederland alleen al, zo’n  200.000 km vlechtheg gerooid omdat het onderhoud van prikkeldraad minder werk kostte dan van een vlechtheg. Ook zonder economische crisis zocht men al naar onderhoudsvriendelijkere, dus goedkopere, oplossingen.

 

De vlechtheg is niet in alle streken hetzelfde geweest. De samenstelling van struiken varieert maar ook de stijl van vlechten. In Boxmeer is al meer onderzoek verricht. Daar zijn niet alleen vlechtsporen onderzocht maar er is ook met talrijke boeren gesproken. Deze stijl, de Maasheggenstijl, kon zo als eerste regionale vlechtstijl van Nederland worden omschreven. Er worden daar jaarlijks zelfs kampioenschappen Maasheggenvlechten georganiseerd.

In de Achterhoek en langs de IJssel worden de vlechtstijlen momenteel nog onderzocht.

 

Het principe van de vlechtheg is eenvoudig. De planten worden op een afstand van 50 cm van elkaar geplant. Na een paar jaar wordt het stevige hout van de nog jonge struiken tot tweederde ingesneden en opzij gelegd. Het korte stompje wordt afgezaagd. De nieuwe scheuten groeien vanzelf omhoog en na vier, vijf jaar ontstaat een gesloten stevige dichte stekelige haag van horizontaal en verticaal door elkaar heen groeiende takken die mooier en functioneler is dan prikkeldraad. Vlechtheggen zijn al duizenden jaren oud. De eerste vermelding hiervan is van Julius Caesar die in 50 voor Christus in de Bello Gallico, zijn oorlogsdagboek schreef: "Mensen hakken jonge boompjes om - echter zonder ze geheel door te hakken - , buigen ze en vervlechten de in de breedte groeiende takken, voegen doorn- en braamstruiken ertussen en zijn zo in staat deze heiningen tot een verschansing als een muur te vormen, zodat men er niet alleen niet door kan dringen, maar er zelfs niet doorheen kan kijken".

 

Er niet doorheen kunnen kijken, dat zal in Sibbe nog wel even duren. Maar het is wel een geweldig initiatief. Voor een klein stadstuintje kun je het waarschijnlijk beter bij een ‘gewone’ heg houden hetgeen in ieder geval altijd nog beter is dan een schutting. Maar heb je de ruimte, echt de ruimte, probeer het eens, deze groene ‘prikkeldraad’.

 

   

 

Links en midden. De stam wordt tweederde ingesneden en het korte stompje afgezaagd. (afb. internet) Rechts. Kardinaalsmuts.

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE