12 juni 2011

12 juni 2011

Crime passionel.

In het voorbijrijden valt je soms iets op en stop je er ook even voor. Onlangs reed ik voor het maken van wat foto’s voor een bedrijf van Mechelen naar Vaals. Omdat het mooi weer was en ik alle tijd had reed ik, met het dakje open, niet over de rijksweg dit keer, maar via allerlei kleine binnendoorweggetjes. Op een gegeven moment viel mijn blik op een onopvallend wegkruisje in het groen langs de kant van de weg. Het was gemaakt van Naamse natuursteen en had de tand des tijds goed doorstaan. Als je bij zo’n kruis staat en de tekst probeert te ontcijferen weet je meestal nóg niet waarom het er ooit geplaatst is. Maar van dit wist ik het wel. Het staat er al meer dan 350 jaar, en het verhaal dat er achter schuil gaat is in en in triest.

Tegenwoordig ligt de hele wereld aan je voeten. Moderne communicatiemiddelen zorgen ervoor dat je alle ellende op de wereld in no-time te horen krijgt. Bacteriën in taugé of bij rode bietenspruiten, je krijgt ze bijna real time voorgeschoteld. Figuurlijk natuurlijk. Er zijn natuurlijk ook positieve kanten. Telefonie bijvoorbeeld, brengt de mensen dichter bij elkaar. Ook kun je in contact komen met mensen over de hele wereld. Met Skype praat je met iemand in Australië, en je ziet hem nog voor je op je beeldscherm ook! Hoeveel relaties zijn er niet ontstaan na urenlang chatten van achter de computer. Dat was honderden jaren geleden wel anders. Erg veel verder dan de grenzen van je dorp kwam je zelden. In die tijd bestond er nog geen telefoon, radio en televisie, laat staan internet. De levenspartner werd meestal gevonden in hetzelfde dorp, vaak in dezelfde straat. De keuze was heel beperkt.

In 1653 woonde er in Elzet, een gehuchtje in de buurt van Mechelen een knap herderinnetje van een jaar of twintig.  Dagelijks wandelde ze door de omgeving en hoedde ze de schapen van haar vader. Zo’n aardig meisje viel op en alle jongens uit de buurt hadden een oogje op haar en probeerden haar te versieren. Al die aandacht vond ze natuurlijk fijn, maar toen uiteindelijk twee broers haar bijna tegelijkertijd ten huwelijk vroegen werd het moeilijk. Ze vond ze namelijk allebei erg leuk en omdat ze geen keus kon, of wilde maken bedacht ze de volgende oplossing. Ze zei: “Hij die mij als eerste een gouden trouwring aan mijn vinger schuift, met die trouw ik”. Een gouden ring kostte in die tijd een godsvermogen, zeker voor een boerenzoon. De tijd ging voorbij. Mechelen had geen goudsmid en je zou al een hele reis naar de ‘grote stad’ moeten maken om aan een ring te komen. Heel af en toe kwam er wel eens een goudsmid of een marskramer door het gehucht. Toch lukte het op een gegeven moment een van de broers zijn huwelijksaanzoek te herhalen, maar nu mét een gouden ring. Toen de andere broer dit vernam brak de hel los. Hij verloor zijn zelfbeheersing en werd zo ongelooflijk kwaad dat hij niet alleen zijn broer, maar ook Maecke Koeckarts, het meisje waar ook hij mee wilde trouwen, vermoordde. Ter nagedachtenis aan haar werd kort daarna op de bewuste plek dit moordkruis geplaatst.

Als ik daarna weer in mijn eendje stap blijft dit door mijn hoofd spelen. Hoe heeft een en ander zich hier, precies op deze plek, lang geleden afgespeeld. Wat gebeurde er met de dader van deze dubbele moord. Is hij het dorp voorgoed ontvlucht? Of is hij door de veldwachter aangehouden en berecht, en welke straf heeft hij dan moeten ondergaan? Ik weet het allemaal niet. Ik start de motor en rijdt door richting Vaals, weg van de plek waar het allemaal eeuwen geleden gebeurde, deze crime passionel.

 

 

 

 

 

 

 


Anno 1653. Op 8 oktober is Maecke Koeckarts jammerlijk om het leven gekomen. God troost die ziel. Amen.

 


 

 

 

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE