11 december 2016

11 december 2016

Verordening 1143/2014

Mijn tuintje is mijn paradijsje. Het is mijn uitlaatklep, mijn rustpunt, de plek waar ik kan doen en laten wat ik wil. De laatste plek waar ik aan Europa, aan één Europa denk. Planten uitproberen, met planten experimenteren. Een grote variatie  van planten van over de hele wereld staat tot mijn beschikking. Nog wel. Als het aan de EU ligt gaat hier verandering in komen. De ‘planthunters’ uit vorige eeuwen ten spijt , die vrijheid wordt ingedamd. Europese regels gaan hier een einde aan maken. Hoewel er veel meer zaken zijn, die in mijn ogen een hogere prioriteit verdienen, vond Brussel het hoog tijd een lijst op te stellen van dieren en planten die hier eigenlijk niet thuis horen én die overlast bezorgen en waaraan dus wat gedaan moet worden. Bij sommige dieren kan ik me wel wat voorstellen. Neem onze eigen rode eekhoorn. Deze wordt belaagd door maar liefst drie ‘buitenlanders’, de grijze eekhoorn, de pallaseekhoorn en de Amerikaanse voseekhoorn. Hier geldt: eigen eekhoorn eerst! Maar bij planten….


Alles wat op deze ‘Unielijst van Invasieve Soorten’ komt, wordt verboden. In dit kader wordt onder ‘buitenlanders’ verstaan alles wat na de ontdekking van Amerika, na 1500, is geïmmigreerd. Dat zijn er heel wat. Alles op die lijst mag niet meer gekweekt, verhandeld en gehouden worden, ook niet in een gesloten omgeving. Het mag eveneens niet getransporteerd worden. Het moet zelfs vernietigd.  Het beleid voor deze planten en dieren is erop gericht ze volledig uit te roeien. Dit geldt dan voor álle lidstaten van de EU, ook voor de landen waar van enige overlast van die specifieke plant geen sprake is. En daar zit juist de fout. De lijst is lang. Er staan veel bekenden op. Er zijn heel wat planten bij, die in het ene land enorm invasief kunnen zijn terwijl ze in een ander land geen enkel probleem opleveren. Je zou dus verwachten dat men selectief te werk gaat; als de plant in een bepaald land niet ‘woekert’, om dit woord maar eens te gebruiken, hij dan toegelaten wordt.  Helaas, dat is niet zo. De afzonderlijke landen zelf hebben hierin geen zeggenschap, geen enkele inspraak.  Neem de Gunnera. Met zijn gigantische bladeren is hij een onbeschrijflijk imposant sieraad bij een vijver. Maar als je hem in het najaar niet goed afdekt met heel veel blad dan ben je hem in het voorjaar kwijt. Hij overleeft bij ons de winter niet. Toch staat hij op de lijst. Andere voorbeelden zijn de waterhyacint en het mosselplantje. Leuke drijfplantjes voor de vijver. Elk jaar koop ik er enkele. In zuidelijke landen kunnen deze planten echter grote overlast bezorgen door hun gigantische groeikracht. Waterkrachtcentrales kunnen ‘verstopt’ raken door de gigantische groenmassa die ze produceren. Maar bij mij, in mijn vijver woekeren ze niet. Sterker nog, in geen enkele Nederlandse vijver. Deze planten verdragen geen vorst en overleven hier de winter nooit. Waarom dan op een lijst die hier in Nederland van toepassing is? Je zult ze binnenkort nergens meer kunnen krijgen.

Men is inmiddels al begonnen een derde lijst samen te stellen. Op de eerste lijst, die inmiddels is aangenomen, staan 37 soorten, zowel planten als dieren. Wat we er onder andere terug vinden zijn de struikaster, de rode neusbeer, de wasbeer, de Indische huiskraai, de heilige Ibis en verschillende waterschildpadden. De tweede lijst bevat 25 plantensoorten. Ook voor de vederesdoorn, lampepoetsergras, de vaste lupine, reuzenbereklauw en voor de reuzenbalsemien, die elk jaar zo’n prachtig kleurig lint langs de Geul uitspreidt, is het doodvonnis getekend. Op deze tweede lijst staan ook enkele dieren waaronder het meest opvallend misschien wel de Amerikaanse bizon is! Op de derde lijst staan alleen planten, zo’n 35 soorten. Hiervan zullen er 17 op de dodenlijst worden geplaatst. Maar het einde is nog niet in zicht. Er wordt verwacht dat uiteindelijk ruim 500 soorten op de lijst zullen komen.

Dit hele plan is lang onder de tafel gehouden. Ik had er althans nog niets over vernomen. Het schijnt dat eerst de kwekers de wacht is aangezegd, daarna komen wij particulieren aan de beurt. Een stuk biodiversiteit en vrijheid raken we kwijt.

Kort samengevat : dat er voor sommige planten beperkende maatregelen genomen worden als dat onder bepaalde omstandigheden nodig is, is prima. De grote fout van dit plan is echter dat deze regels voor de hele Europese Unie gelden. Dit zou per gebied, per land, per plant apart bekeken moeten worden.

Laten we hopen dat de talrijke protesten tegen deze plannen uiteindelijk tot een reëlere beoordeling en toelating zullen leiden.

Als het aan Brussel ligt, zullen deze planten hieronder worden uitgeroeid.

  

Lupine                                                                        Reuzebalsemien langs de Geul


  
Gunnera                                                                     Reuzebereklauw

VOORGAANDE                                                                               VOLGENDE